2019 oktober, Sardinie

18 april 2020 - Amsterdam, Nederland

Binnenkort vertrekken we voor een rondreis naar Sardinië. De mooie foto’s van dit prachtige eiland heeft ons doen besluiten hier een tijdje rond te toeren. We rijden langs de kust het hele eiland rond. De vlucht is geboekt. De auto gehuurd en de hotels besproken.

Lang leve internet. Ik heb voor onze rondreis heel wat websites bezocht en ik denk dat ik veel hoogtepunten in de reis heb kunnen verwerken.

Het is al oktober als we vertrekken. Vooralsnog zijn de weersverwachtingen gunstig. Een graadje of 28. Niet echt vervelend met dat regenachtige weer hier in Nederland. 

We gaan dit keer met Kees en Sylvia. Ben benieuwd wat we dit keer allemaal te zien krijgen. 

Maar eerst ga ik nog met de handbalmeisjes vier dagen de buurt van De Utrechtse Heuvelrug onveilig maken. Overberg, here we come!

--

Een vroegertje vanmorgen. De wekker stond op 02.30 uur, maar een half uur eerder was ik al wakker. Hupsakee alle ochtendperikelen afhandelen en gaan met die banaan. 

We hebben op Schiphol bij P3 weer een parkeerplaats gereserveerd en daar zijn we dan om 04.00 uur. Met de bus zijn we snel op de luchthaven. 

My o my, wat een drukte op deze gewone woensdagnacht! Kees en Sylvia zijn er inmiddels ook. Maar het gaat heel snel. En al gauw drinken we wat en gaan we naar de gate. 

We boarden en i.p.v. 06.40 uur vertrekken we om 06.50 uur. En alhoewel de piloot vermeldt dat we naar de Polderbaan moeten, is dat niet het geval.

We landen al om 08.45 uur op the vliegveld van Olbia. We zaten vooraan in het vliegtuig, zijn er als eersten uit en als we bij de bagageband komen zijn onze koffers er al. Die van Kees en Sylvia laten nog even op zich wachten. 

Dan gaan we naar de carrental om de huurauto op te halen. Daar is het ook vreselijk druk. Ik denk wel 15 verhuurmaatschappijen. Bij die van ons moeten we een nummertje trekken. Er zijn 20 wachtenden voor ons. Wij hebben nummer 967.

En dan gebeurt er iets hilarisch. Een Nederlands stel komt binnen en gaat bij onze balie staan zonder een nummer te trekken. Na 5 minuten trekt de mevrouw toch een nummer. Ze blijft vooraan staan. Als er een balie vrijkomt, meldt zij zich. Maar dat steek ik even een stok(je) voor.

Ik ga naast haar staan en vraagt of ze aan de beurt is. Ze vertelt dat ze een huurcontract heeft. Ja duh wij allemaal in deze hal. Als ze haar huurcontract op de balie legt wil de beambte haar helpen. Ik trek haar nummertje uit haar hand en laat dat de beambte zien. Nummer 979. Ze moet dus nog heel lang wachten. Wat een trut zeg. Lachend (als een boerin met kiespijn) verlaat zij de hal.

Na een uurtje kunnen we eindelijk naar de auto en op weg naar ons hotel. In de auto zit GPS, maar deze stuurde ons niet direct naar het hotel. Uiteindelijk zijn we in ons prachtige Geovillage Sporthotel.

We kunnen nog niet inchecken. We knallen de bagage in een depot en lunchen bij het zwembad. Dan gaan we de stad Olbia in. Een prachtige schattig stadje met echte Italiaanse straatjes en een mooie jachthaven. We lopen een tijdje en dan is het tijd voor ijs. Het is bloedheet hier en we lopen nog in lange broeken. 

Als we lang genoeg gewandeld hebben gaan we terug naar het hotel. Checken in zwemkleding aan en hup naar het grote zwembad. Maar wat is dat water koud. 

Kees zwemt een paar baantjes, we drinken wat, luieren op een heerlijk bedje en dan gaan we een tafel reserveren in het restaurant voor vanavond. 

We gaan naar de kamer lekker douchen en relaxen. Om 19.30 uur gaan we naar het restaurant. We eten verrukkelijk en de jongens kijken op hun telefoon Valencia - Ajax. Voor de rust is het al 0-2. We besluiten op de kamer verder te kijken en dan als de wedstrijd met de stand van 0-3 is geëindigd naar bed te gaan. 

---

Vandaag gaan we naar het noorden van het eiland. We bezoeken eerst Porto Rotondo. Een geweldig klein havendorpje. We parkeren de auto en gaan aan de wandel. Al snel zijn we bij het schattige haventje. Via mooie bruggetjes lopen we langs de prachtige bootjes en jachten.

Dan drinken we aan het water wat en vervolgen we onze weg. Wat is het hier leuk!

Na ruim twee uren gaan we naar de volgende porto, Porto Cervo. Deze haven ligt in het gebied Costa Smeralda. De goudkust van Sardinië. Deze haven is erg luxe. Hier vind je de winkels van o.a. Prada, Hermes, Dior enzovoort. Tja, als je een jacht van 1,7 miljoen kan betalen  (de jongens hebben even gegoogled of er voor ons ook een je te betalen is), draai je je hand niet om om een tassie van Gucci of een jassie van Prada te kopen. Kakkers allemaal.

We eten hier ook wat en we zoeken een betaalbaar restaurant uit om te lunchen. Dat valt nog niet mee. Als we zien dat we voor een drankje € 8,00 moeten betalen, vrezen we dat een broodje ook erg duur is. Dus hupsakee op zoek naar een ander restaurant. Die vinden we en we nemen een heerlijke panini. Het weer is heerlijk. Wat zeg ik, het is de hele ochtend al bloedheet.

Dan vervolgen we onze weg naar Palau. Ook om de porto te bezoeken en het mooie strand dat daar ligt. Maar als we er bijna zijn, gaat het betrekken en begint het een beetje te regenen. Jakkes, daar hadden we niet op gerekend. 

We besluiten om de buurt verder te verkennen en dan komen we het schattige kerkje Stella Maris tegen. Heel mooi om te zien, ook van binnen. Ineens zie ik het doopvont gevuld met water. Ik roep Chris en ik pleur een handje water over zijn kop. Zo die is weer een keer gedoopt. De eerste doop was al te lang geleden. En dan is het weer droog en warm.

Dan rijden we terug naar Olbia naar het geweldige centrum met het mooie reuzenrad. We lopen door het leuke straatje met veel restaurantjes. We duiken een steeg in en vinden daar een lieflijk etablissement waar we gaan dineren. Vooraf krijg je in Italië een mandje brood en flatbread. Heerlijk is dat. We nemen nog koffie en dan gaan we naar de ijswinkel. Heerlijk.

Dan gaan we naar de haven waar onze auto staat, bij het reuzenrad. Deze is prachtige verlicht en verschiet telkens van kleur. Heel bijzonder. Dat ding draait de hele dag. Maar we hebben er nog geen sterveling in zien zitten.

Het blijft gedoe om ons hotel te vinden. Als we er eindelijk zijn gaan we de route voor morgen bekijken en de hoogte punten noteren.

Vooralsnog ben ik verliefd op Sardinië.

---

Vandaag verkassen we naar Castelsardo in het noorden van het eiland. We bezoeken eerst, omdat dit stadje op de route ligt, Tempio Pausiana. Halverwege is er een wegomlegging en moeten we omrijden. De weg is prachtig door de bergen, huizenhoog. ‘s Winters valt hier sneeuw. We zien dan ook vele borden met daarop vermeldt dat sneeuwkettingen verplicht zijn.

Tempio Pausiana is een enig stadje met een prachtig dorpsplein. Daar drinken we wat. We bezoeken een enig kerkje. Daar hangt een touw om de kerkklokken te luiden. Als Kees naar het touw toeloopt, sprint ik de kerk uit. Hij zal toch niet.... Maar nee, hij hield zich gedeisd.

We lopen nog een stuk door de geweldige zeer smalle straatjes waar ook auto’s rijden. Eigenlijk onmogelijk. Het is gewoon hilarisch. Je moet je tegen een muur drukken anders kan de auto er niet door. Enig. Dan gaan we naar de auto en vervolgen we onze weg.

Ons volgende doel is Isola Rossa. Daar vind je prachtige roze rotsen in zee. We rijden een geweldige route. Opeens zien we politieagenten die het verkeer tegenhouden. We stoppen langs de weg. We horen in de diepte een auto heel hard rijden. Wat een herrie. Ik dacht meteen dat die agenten daar stonden om die auto tegen te houden. Snel ga ik achter onze auto staan. Misschien wordt er wel geschoten. Je weet ‘t maar nooit met die maffe maffiosi.

Als de auto boven is draait hij om en gaat weer naar beneden. Wij rijden verder en kunnen de weg waar de auto racete niet in. Inmiddels is die auto alweer boven. Waarschijnlijk zijn ze iets aan het testen.

Als we in Isola Rossa zijn maken we foto’s van de prachtige rotsen. Je kan er ook naar toe wandelen maar volgens ons was dit erg ver. We lunchen in het stadje aan het prachtige witte strand. En dan rijst de vraag: ”Gaan we wel of gaan we niet”.

We besluiten wel te gaan zwemmen in die heerlijke heldere zee. In de auto trekken we onze zwemkleding aan. Een moet op het strand bij de tassen blijven. We lootten en Chris had gewonnen. Hij bleef bij de tassen.

Als ik mijn voet in het water doe, twijfel ik. Maar Kees en Sylvia gaan ook, dus hupsakee. Oh wat is dit heerlijk zeg. Zo mooi helder. We zwemmen een klein kwartier en dan kleden we ons weer aan.

We rijden nu naar Castelsardo waar ons hotel is. De weg is echt prachtig. We zien langs de weg twee ezels achter de vangrail met hun kop erop. Grappig! We moeten door het prachtige stadje waar tegen een hele hoge berg ik weet niet hoeveel huisjes in verschillende kleuren zijn gebouwd.

Voorbij het stadje ligt op een soort cliff ons hotel. We checken in en met een golfkarretje worden we naar onze huisjes gebracht. De bagage werd al eerder bij het huisje afgeleverd. Allemaal verschillende huisjes met uitzicht op zee. Beneden ligt een geweldig strand. Maar omdat het 18.00 uur is besluiten we daar niet naar toe te gaan.

We relaxen wat en om 19.30 uur gaan we eten in het restaurant van het hotel. Erg lekker. Dan besluiten we om bij de bar een paar potjes Keessen te spelen. Dan worden we verzocht onze tafel en spel op te pakken en ergens anders te gaan zitten. De karaoke begint. 

We horen Italiaanse en Franse liedjes. Daar moet verandering in komen. Sylvia vraagt ”Tulpen uit Amsterdam” aan. Ze moet het even opschrijven want Nederlands verstaan ze niet en als je het vertaalt vind je het nooit.

En plots zijn we aan de beurt. Sylvia en ik brengen dit prachtige lied ten gehore en als we niet hoeven te zingen, walsen we. Wat een geweldige avond was dit. Als we twee spelletjes hebben gedaan gaan we naar onze huisjes. Lekker tukken.

---

Vandaag was ons doel het paradijs, oftewel het strand van La Pelosa. Als we hebben ontbeten en uitgecheckt wordt onze bagage met een karretje van beneden naar boven gebracht. We laden in en gaan op pad naar Stintino. Dat is een plaatsje van niks maar we moeten er langs om in het paradijs te komen. 

In Stintino bezoeken we een kitscherig kerke en drinken we koffie en verse jus d’orange. Ineens zien we een vrouwtje op een strandje lopen met naar mij idee een tijgertje aan een lijntje.Ze komt dichterbij en dan vertelt de mevrouw dat het een zeer dure bengaalse kat is. Vandaar dat lijntje. Dat beestje heeft een prachtige tekening en is precies een tijgertje.

We lopen langs het kleine haventje en stappen de auto weer in op weg naar het mooie strand. Daar zijn we al snel en met ons veeeeel meer toeristen. Iedereen parkeert de auto aan de kant van de weg. Dat doen wij ook. Maar dan komt een pikzwarte (ik geloof dat ik dit niet meer mag zeggen in Nederland, maar ik ben nu in Italië dus dan mag het misschien wel) verkoper van strandmatjes en vliegers ons vertellen dat het paradijs dus echt wel iets verder ligt.

We stappen weer in en rijden nog een klein stukkie. En als we uitstappen, weten we niet wat we zien. Spierwit zand, azuurblauwe zee en golven. En op die laatste had ik in ieder geval niet gerekend.

We gaan op het strand onze matjes neerleggen en kleden ons snel om. Snel naar de waterkant. Je moet zeker 40 meter lopen wil je tot je navel in het water staan. En helder, glashelder (geen reclame van Interpolis).

Wow wat is dit verrukkelijk. Na een klein half uur gaan we het water uit, laten ons iets drogen, kleden ons om en gaan dan naar het restaurant voor de lunch.

Na de maaltijd vervolgen we onze weg naar Alghero, ons einddoel van vandaag. We gaan op zoek naar hotel Soleado. De GPS wordt ingesteld en ik word na drie kwartier wakker omdat we op de boulevard rijden waar ons hotel is gevestigd aan het strand. We krijgen een kamer met uitzicht op zee, douchen, kleden ons om en dan lopen we naar het oude stadje. Ook wel klein Barcelona genoemd. Er hebben zich hier tig Catalanen gevestigd.

Na een stief kwartiertje lopen zien we aan de rand van het stadje twee treintjes staan. Een je is col en de tweede is helemaal leeg. Wij stappen in het tweede treintje. Er stapt verder geen passagier meer in. En het treintje met twee wagonnetjes rijdt ons door het schattige oude stadje. 

We rijden door enige (zeer smalle) steegjes, leuke pleintjes en veel winkeltjes. Tijdens het rijden zien we een restaurant waarvan wij vinden dat we daar wel kunnen eten. Als we na een klein half uurtje uit het treintje stappen reserveren we het restaurant en gaan dan slenteren door de enige straatjes.

We verbazen ons over de drukte op dit tijdstip van het jaar. Wat zal het hier in de zomer megadruk zijn.

Als we uitgeslenterd zijn gaan we naar het restaurant. Hier eten we verrukkelijk. En we hebben zelfs nog een gaatje voor een megastuk tiramisu. Heerlijk. 

Als we uitgegeten zijn lopen we over de boulevard weer terug naar het hotel. Even de route voor morgen in elkaar flansen en dan is er weer een dag voorbij.

---

Ons doel vandaag was het stadje Bosa en de flamingo’s op het schiereiland Sinis. We volgen vanaf ons hotel de weg langs de kust naar het plaatsje Bosa. De route is prachtig met mooie uitzichten.

Al snel zijn we in Bosa. In alle reisgidsen staat vermeld dat dit een geweldige plaats is. Wij vonden het alle vier maar zo zo. We rijden eerst naar het kasteel boven op de berg. We zien het van verre al liggen. Er naar toe rijden is nog al een dingetje. De weg is steil en langs deze weg staan tig auto’s geparkeerd. En het is een doodlopende weg. Nou dan weet je wel wat voor chaos het wordt met al die hysterische Italianen. We komen doodleuk aangereden en een Italiaan wil weer naar beneden, hij raakt ons nog niet met zijn auto. Maar dat komt omdat Kees achteruit reed. Wat een sukkel zeg. Uiteindelijk vinden wij een plekje en gaan dan de huizenhoge (pfft, pfft) trap op.

We maken een rondje over het terrein en genieten vooral van het uitzicht. Dan gaan we met de auto naar beneden en op een piepklein dorpspleintje drinken we wat. Dan stappen we weer in.

Onderweg komen we een geweldig leuk tentje tegen aan een strand waar we onze eerste pizza van deze reis nuttigen.

Na deze intermezzo rijden we naar het schiereiland van Sinis. Daar schijnen ik weet niet hoeveel flamingo’s te zitten. De GPS kent de plaats niet maar we hebben Google Maps. Die vindt de plaats wel. En als we ik weet niet hoeveel keer links en rechts en rechts en links hebben gereden, moeten we een zandpad op (tussen koren door, het vee, de boerderijen en langs het tuinpad van mijn vader.. oh nee ik wijd nu te veel uit).

En plots zegt Google Maps dat we onze bestemming hebben bereikt. Via een vervallen schuurtje waarin Chris en Kees gaan staan plassen, bereiken we het zoutmeer. Daar zien we een aantal van die karretjes met zeilen over het zoutmeer rijden/vliegen.

Waarschijnlijk is dat een van de redenen waarom we geen flamingo’s zagen. Geen een. Nog niet eens een mus en ook geen dode.

Teleurgesteld rijden we weer via dat zandpad van Wim Sonneveld naar de weg naar ons hotel in Cabras.

Daar zijn we al heel snel. We checken in en stallen de spullen op de kamers. We maken een rondje langs het mooie zwembad en de sportvelden. Dan gaan we wat drinken en besluiten we ‘s avonds in het hotel te eten.

We hebben om 19.00 uur een tafel gereserveerd in een zaal voor zeker 100 man en wij waren we het eerste half uur de enigen. Hilarisch gewoon. 

We eten heerlijk en na het eten gaan we op de kamer van K&S een paar potjes keezen. De meisjes tegen de jongens en natuurlijk winnen de meisjes....

---

Ontbijten, uitchecken, auto inpakken en weer op pad. Ons volgende doel is Cagliari. Mooier kan een stad niet liggen, aan de Golf der Engelen. Al snel komen we een tankstation tegen en dan gooien we de tank vol. De banden worden opgepompt en de voorruit gewassen. We kunnen voorlopig weer even vooruit.

Het is een ritje van ruim een uur. Maar deze rit is niet zo mooi als alle voorgaande ritten. Veel industrie, laagland en we zien, net als in heel Sardinië overigens, heel veel vuilniszakken aan de kant van de weg liggen. Echt afschuwelijk. In Cagliari gaan we op zoek naar een parkeerplek en dat is nogal een dingetje. Het is berendruk in deze stad. Maar na veel vijven en zessen vinden we bij de haven nog een parkeerplaats. 

We lopen direct via de geweldige oude smalle straatjes naar boven om het Bastion van Remigius te bezoeken. Vanaf hier heb je prachtig uitzicht over heel Cagliari. De opgang van de gebouw bevindt zich op een piepklein pleintje met een aantal terrasjes. We duiken er een in (Antico Caffé, Cagliari’s oudste koffiehuis, sinds 1855) en bestellen wat te drinken met een grote punt tiramisu. Oh dit is hemels, zo lekker!

Dan gaan we de vele trappen bestijgen om boven te komen. Je hebt dan een geweldig uitzicht. We zien de oude stad, Torre dell’Elefante, dit is een 42 meter hoge Olifantstoren, een van de weinige toegangen tot de wijk Castello. Tegen de buitenmuur vind je een sculptuur van een olifant, symbool van wijsheid en kracht.

Als we genoeg hebben van het uitzicht gaan we weer naar beneden via de winkelstraatjes. Sylvia en ik kopen hier allebei wat!

Dan is het lunchtijd. Vele restaurants zijn vol. We vinden er een die nog plaats voor vier personen heeft. Wat er op de lunchkaart staat kunnen we niet thuisbrengen. Google Translate kan het zelfs niet vertalen. We bestellen wat, Kees krijgt lasagna en wij iets met brie. Erg lekker moet ik zeggen.

Dan gaan we weer naar de auto en rijden we naar Capoterra naar ons mooie hotel Santa Gilla.  We komen daar over bruggen over het water. En het is dat we alle vier zaten, anders waren we omgevallen van verbazing. Zagen we gisteren in het dorp van Wim Sonneveld nog geen dooie mus en geen een flamingo. Nu zagen we er honderden. Echt niet normaal.

Als we aan het eind van het water zijn zien we ons hotel al liggen. We  checken in, brengen de koffers naar de kamers op de 1e etage en zien dan dat we uitzicht op het water met de vele flamingo’s hebben. 

Bij het inchecken besloten we in het hotel te eten. De receptioniste vertelde dat er een keuzemenu is. We moeten onze keuze bekend maken. Als we weer naar beneden gaan, kiezen we een menu uit. Als we onze keuze willen opgeven blijkt het restaurant vol te zitten. Wat een doos zeg!

Dan gaan we het hotel verkennen en zien we het prachtige zwembad. We blijven hier twee nachten en we besluiten om morgen een relaxdag te houden bij het zwembad of het mooie strand aan de overkant van de weg.

Via Tripadvisor zoeken we een restaurant in de buurt uit. Binnen twee kilometer zit een goed restaurant. We eten hier heerlijk een ook de tiramisu was niet te versmaden. Alhoewel die van vanmorgen lekkerder was.

Na de maaltijd gaan we weer naar het hotel en op de gang is een gezellig zitje. Daar gaan we keesen.

En alsof de duvel er mee speelt. Weer hebben de meisjes gewonnen. Drie-nul welteverstaan. Sylvia en ik overwegen om dit spel niet meer te spelen als we geen tegenstand te duchten hebben.

Welterusten.

---

De weersvoorspelling is zo goed, 26 graden, dat we besluiten een dagje bij het zwembad te relaxen. We ontbijten en pas om 10.30 uur mogen het omheinde zwembad betreden. De lifeguard (zo wordt dit meisje genoemd, die de hele dag in een houten hutje zit en als je zou verdrinken er zeker niet uitkomt) komt met een grote jerrycan aan zetten. Er zit een verstuiver op de jerrycan en als we het hekje binnengaan, moeten onze voeten worden ontsmet met het vreemde goedje. Op zich heel raar, want iedereen die later binnenkwam hoefde dat niet.

Het is hier echt brandschoon.

We luieren, lezen en af en toe plonsen we in het ijskoude zwembad, je bent dan zo erg afgekoeld (eigenlijk onderkoeld) dat je wel een half uur in die bloedhete zon kan blijven zitten zonder dat je het warm krijgt. Af en toe vliegen er flamingo’s over. Het is echt sprookjesachtig hier.

Om 13.25 uur komt de lifeguard haar hokje uit om te vertellen dat we om 13.30 uur het zwembad moeten verlaten. Het is ons bekend, maar waarom is ons een raadsel. We gaan door het hekje en bestellen broodjes en tosti’s bij de bar. Dat wordt later gebracht naar de tuin waar wij ons inmiddels geïnstalleerd hebben.

Om 15.30 uur gaat het hekje weer open en kunnen we onze stoelen weer gaan bezetten. Kees en ik maken sudoku’s  en ik laat Kees zien hoe je een binaire puzzels oplost. Heerlijk.

Er is een licht briesje komen opzetten en ik lees mijn boek van Karin Bloemen over haar incest verleden uit. Hier ben ik vanmorgen aan begonnen. Wat een verschrikkelijke jeugd moet zij hebben gehad.

Laat in de middag gaan we naar boven om te douchen. We eten vanavond in het restaurant waar we gisteren ook hebben gegeten. Maar eerst gaan we naar het winkelcentrum aan de overkant van ons hotel. We hebben water nodig. Dat we toevallig langs de drop en chocolade komen, komt ons goed uit.

Ook nu was de maaltijd weer verrukkelijk en vandaag hadden we maar een punt tiramisu op!

Dan komt het hoogtepunt van de avond. Keesen, en eindelijk lukt het de jongens om ons te verslaan. 2-1 voor de boys. Dat is natuurlijk nog steeds geen 3-0. De meisjes staan nog steeds voor in het klassement.

Voor we gaan slapen pakken we de koffers weer in. Morgen is er weer een reisdag. I love it.

---

Na het ontbijt pakken we de auto weer in en met frisse moed, na de relaxdag van gisteren, gaan we op weg. We worden uitgeleide gedaan door ik weet niet hoeveel flamingo’s. Dat is heel vriendelijk.

Het is weer prachtig weer, een onbewolkte hemel en heel erg warm. Maar we klagen niet. Ons einddoel vandaag is Cala Gonone aan de kust. Maar eerst hebben we nog wat bezienswaardigheden op ons lijstje staan.

We rijden via een prachtige weg door de heuvels en langs de zee. Deze is wel zo helder dat je de bodem heel goed kan zien. We rijden door veel tunnels, sommige zijn wel bijna 3 kilometer lang. Het is hier echt prachtig.

Om 12.00 uur stoppen we bij het plaatsje Muravera voor een bakkie en verse jus d’orange. Ons doel zijn de watervallen van Ulassai. We zien als we door de bergen rijden hier weer ik weet niet hoeveel borden staan dat bij sneeuwval sneeuwkettingen gebruikt moeten worden.

Maar ja, als het nu al bloedheet is en de zomer met gemiddeld 35 graden voorbij is al het gesmolten sneeuw al weg. Jammer, gemiste kans.

Dan rijden we door naar Orinio Vecchio, een spookstadje. In dit piepkleine stadje staan tig vervallen huisjes, hele straten. Ik maak ik weet niet hoeveel foto’s van dit lugubere stadje. Ook rijden we door Orinio Nuovo, ook zo’n spookstadje. Even verderop is het bewoonbare dorp. We snappen er niks van. We stoppen hier niet en rijden verder naar Lamusei om het stuwmeer te bezoeken. Nergens te bekennen. Gemiste kans nummer 2.

Inmiddels is het al 14.15 uur, lunchtijd. In geen velden of wegen een restaurant te vinden. Uiteindelijk vinden we er een. Het is dan inmiddels al 15.15 uur. De rit door de bergen duurt ontzettend lang. We kiezen allemaal een pizza uit. Maar helaas, pizza’s worden pas in de avond gebakken. Gemiste kans nummer 3. We kiezen allemaal wat anders uit. En dan vertrekken we om 16.00 uur naar Arbatax. Daar staan in zee mooie roze rotsen. Een prachtig gezicht. We lopen hier een tijdje en stappen dan weer in onze bolide.

We vervolgen onze weg naar Baunei. Een toeristisch bergdorpje waar je met een treintje een rit kan maken. Het dorpje ziet er geweldig uit, maar het treintje rijdt nu alleen nog maar voor grote groepen. En wij zijn maar met z’n vieren. Helaas, gemiste kans nummer 4. We drinken nog wat in dit schattige dorpje, 485 meter boven NAP. 

En via tig bruggen en ik weet niet hoeveel haarspeldbochten rijden we naar ons hotel in Cala  Gonone. We arriveren daar pas om 19.15 uur en het is al pikkedonker.

We zetten de auto in de garage en brengen de bagage naar boven. Snel ff opknappen en dan naar beneden voor het diner. Ook hier weer heerlijk gegeten en natuurlijk mocht ik de tiramisu niet overslaan. Dit wordt weer afkicken als we weer thuis zijn.

En dan kijken we in de lobby naar de uitreiking van de Televizierring. En ik vind het geweldig dat Chateau Meiland heeft gewonnen. 

Wat goed!!!  Au revoir!!!

---

Vandaag verkassen we naar onze laatste bestemming, San Teodoro. Hier verblijven we twee nachten. We zitten dan nog maar een minuut of twintig van het vliegveld van Olbia af, waar vandaan we zaterdag weer naar Nederland vliegen.

Als de auto ingeladen is rijden wij eerst naar het schattige pittoreske dorpje Orosei. Daar zijn we al binnen een half uur. Dit dorpje sterft van de kerkjes. We bezoeken er een paar. We kunnen niet zien welk geloof er gepraktiseerd wordt, maar mooi zijn ze wel allemaal.

En ik ga nu uit de doeken doen dat wij al de hele reis een klokkenluider in ons midden hebben. In elke kerk hangt een los touw om de klok mee te luiden. Gisteren in het spookdorp was dat ook het geval. Kees trok aan het touw dat nog steeds in tact was. En daar ging de klok met een hels kabaal. Maar daar had geen sterveling natuurlijk last van.

Vandaag was dat wat anders. In een van de eerste kerkjes hing het touw buiten het kerkje. En hupsakee, daar ging Kees weer. De klok luidde door het hele dorp. Door een voorbijganger werd Kees op zijn vingers getikt. Maar dat deerde hem niet. Bij het volgende kerkje deed hij het gewoon weer. En ook het kerkgewaad dat aan de kast in een het kerkje stond Kees enig. We noemen hem vanaf nu: MAFKEES!

We lopen door de enige straatjes, moeten ons af en toe tegen een muur van een huis drukken omdat er een auto door moet. En dan gaan we op een behoorlijke kruispunt tegenover een school waar tig kinderen buiten spelen koffie en verse jus drinken. Het is bloedheet hier en al snel lopen we weer naar de auto.

We besluiten naar ons hotel te gaan en lekker bij het zwembad te gaan hangen. Om 14.00 uur zijn we al in het prachtige hotel Tera di Mare Resort en Spa. We checken in en onze kamers zijn al al klaar. Snel zwemkleding aan en dan lunchen we by the pool.

Dan luieren en zwemmen we tot een uur of zes. Dan gaan we douchen en ons klaarmaken voor het diner. We hebben water nodig dus we gaan naar Eurospin. Deze supermarkt vind je door heel Sardinië. We halen daar water en je valt om als je de prijs hoort. Voor een fles van twee liter water betaal je maar € 0,17. Echt waar. Je bent gewoon sprakeloos.

Met de achterbak vol water en een zak doppinda’s (ja, ja, het wordt vanavond echt gezellig ??) begeven we ons naar het restaurant voor een overheerlijke pizza en als nagerecht de vertrouwde tiramisu.

Ja en dan snel naar huis. Gisteren hebben we geen spelletjes keezen gedaan. Maar vandaag waren de jongens erop gebrand om te winnen. Maar wat wij (de meisjes) al wisten, was dat ze het dit keer ook weer niet ging lukken. 2-1 voor de meisjes ??

---

Vandaag was een stranddag en wat voor een. Dit strand was de overtreffende trap van Zandvoort. Cala Brandinchi heet dit strand. Het water is daar zo helder, glashelder.

Je kan wel 50 meter de zee in lopen en dan sta je nog maar tot je knieën in het water met die spierwitte bodem.

Ondanks dat het al oktober is, was het behoorlijk druk. We vragen ons af wat voor chaos het hier moet zijn in het hoogseizoen.

We plonsen af en toe, sommigen gaan alleen maar met hun voeten het water in. En we hebben gesnorkeld. Tenminste, Kees en ik. We zijn naar de linkerkant van het hele lange strand richting rotsen gelopen. Daar ging Kees voor de allereerste keer snorkelen. Het was alleen jammer dat hier bijna geen vissen en koraal zijn.

Ik ben natuurlijk verwend met snorkelen in o.a. Bonaire en Egypte. We waren er dan ook snel klaar mee.

We lunchten bij het gezellige beach restaurant en dan zetten we onze sessie v.w.b. het niks doen weer voort.

Tegen 17.00 uur komen er wolken en dan koelt het snel af. We rijden weer naar ons resort om te douchen en alvast wat in de koffers te stoppen voor de terugreis morgenmiddag.

En dan gaan we naar het stadje om een restaurant te zoeken voor ons laatste avond maal op het geweldige Sardinië.

We rijden met de auto maar het gezellige centrum. We rijden wat rond en dan ziet Sylvia ineens een Argentijns restaurant. Weer een keer wat anders dachten we allemaal. We kunnen de auto aan de overkant van het restaurant parkeren. We stappen uit en lopen naar het restaurant Artigianato. Buiten staan allerlei poppen  (volgens Sylvia)  in Argentijnse klederdracht. Als we aan komen lopen zien we dat het geen restaurant is, maar een soort Blokker zeg maar. Hilarisch.

We lopen verder het stadje in en een heuse braderie is gaande, heel gezellig. Uiteindelijk komen we bij een Italiaans restaurant terecht waar we overheerlijke pasta en tiramisu eten.

In het resort spelen we nog een paar potjes keesen. En eigenlijk begint het vervelend te worden. Weer winnen de meisjes. Volgende keer nemen we ganzenbord mee!!

---

Zaterdagmorgen ontbijten we nog eenmaal uitgebreid, pakken de koffers in en doen deze in de auto. We kunnen nog tot een uur of een bij het zwembad blijven. Heerlijk hoor nog even die koperen ploert op je voelen schijnen.

Dan is het tijd om ons richting vliegveld te begeven. Daar zijn we al binnen een half uur, we leveren de auto in en lopen naar de vertrekhal. We eten voor de laatste keer op Sardinië een pizza en dan gaan we inchecken.

Ons toestel komt een half uur later dan oorspronkelijk uit Nederland, met als gevolg....

Ja hoor, drie kwartier later dan gepland kiezen we het luchtruim. Ik kan nog net het noorden van Sardinië zien en twee tellen later vliegen we over Corsica. Heel mooi.

De vlucht duurt nog geen twee uren en dat is natuurlijk heerlijk. De piloot vertelt dat het in Nederland als we landen 11 graden is. Oh my, dat is different cook.

We landen natuurlijk weer op de Polderbaan. Dat betekent nog ff een kwartiertje een ritje in the plane.

Omdat we binnen Europa vliegen, hoeven we niet door de douane. Maar gelukkig mogen we wel lekker lang op de bagage wachten.

Als we die op ons karretje hebben gezet, nemen we afscheid van onze reisgenoten. Kees en Sylvia het was in een woord geweldig. Ik verheug me nu al weer op een spelletje keesen.

Oh en Sardinië je was fantastisch met je schitterende natuur, prachtige bergen, leuke stadjes, mooie kerken (met geweldige klokken) en de geweldige stranden met het glasheldere water. En natuurlijk die overheerlijke tiramisu.

Sardinië, ik heb je in mijn hart gesloten.