2011 juli Canada en Amerika

2 april 2020 - Amsterdam, Nederland

Canada/USA  2011 reisverslag

Zondag 3 juli 2011

De wekker moet om 06.30 uur aflopen, maar al om 05.30 uur ben ik klaarwakker. Dan maar het bed uit. Slaap ik lekker in het vliegtuig. Om 09.30 uur staan we startklaar. Celeste en Leonard brengen ons naar Schiphol. Om 09.45 uur komen onze reisgenoten Carla en Jon voorrijden met Cindy en Jeff en dan kan onze vakantie aanvangen.

De schoolvakanties zijn begonnen, dus op Schiphol ook weer een drukte van belang. We checken in, maar helaas er zijn, ondanks dat we redelijk vroeg zijn, geen plaatsen meer bij het raam. We krijgen vier plaatsen in de middelste rij van het vliegtuig. We eten nog even wat bij McDonalds en shoppen nog wat. Om 13.00 uur kunnen we instappen. De zon schijnt en in het vliegtuig is het bloedheet. We vertrekken precies om 13.30 uur. Maar omdat we naar de Polderbaan taxiën, kiezen we pas om 13.50 uur het luchtruim.

Halverwege de vlucht krijg ik een migraine aanval. Echt balen. Ik heb een valium tablet ingenomen en gelukkig val ik regelmatig in slaap. De landing is vreselijk. We zakken steeds een flink stuk en door de migraine word ik behoorlijk misselijk. Uiteindelijk staan we volledig op de grond en kunnen we het vliegtuig verlaten. De vlucht duurde uiteindelijk 9.45 uur. We landen om 14.00 uur plaatselijke tijd. Het is in Vancouver 9 uur vroeger.

We moeten nog door de douane en dat gebeurt ook niet echt heel efficiënt. Lange rijen, maar toch gaat het nog redelijk snel. Als we na een tijdje ook de koffers hebben, gaan we op zoek naar het autoverhuurbedrijf National. Daar zijn we direct aan de beurt. We krijgen een bijna nieuwe Dodge Grand Caravan, een pikzwarte en deze glimt ons tegemoet. De achterbank klappen we weer neer en dan passen onze koffers en de rest van de bagage er prima in.

Om 15.15 uur zijn we klaar met het inpakken van de auto en kunnen we op weg. De teller staat op 8.095 kilometer. We zijn benieuwd met welke kilometerstand we de auto weer inleveren. We hebben en geweldig programma voor de boeg met behoorlijk veel grote afstanden. De auto rijdt geweldig. Je hoort de motor bijna niet. Het hotel ligt tien kilometer van het vliegveld, lekker makkelijk dus. Toch is de juiste weg naar het hotel nog even zoeken. In een Chinees-winkeltje vragen we de weg en dan hebben we het hotel zo gevonden.

In het hotel checken we in en brengen de koffers naar boven. We gaan de koffers herschikken en drinken dan een bakkie op de kamer. Om 17.15 uur gaan we op zoek naar een supermarkt voor onder andere een koelbox. We slaan van alles in, maar een koelbox is niet te vinden. Het kleine winkelcentrum sterft van de Chinese tentjes. Dus het laat zich raden waar we ons diner nuttigen vanavond. We krijgen direct een kan Chinese thee en soep. We bestellen 4 gerechten. Heerlijk gewoon. Het dessert dat we aangeboden krijgen slaan we over. We gaan weer terug naar het hotel. En onderwijl kijken we of we de weg naar de haven Tsawassen voor de ferry morgen naar Nanaimo kunnen vinden. Ons streven is de boot van 07.45 uur te halen. We drinken op de kamer een bakkie en dan houden we het voor gezien vandaag.

Maandag 4 juli 2011

Om 01.00 uur krijg ik een sms van een collega die een probleem heeft met een verzoek van mij. Vanaf dat moment ben ik klaarwakker. Door mijn gerotzooi wordt Chris ook af en toe wakker. In de badkamer schrijf ik dit verslag en in bed ga ik internetten. Snel mijn mail lezen en kijken wie er heeft gereageerd op mijn website. De wekker hebben we om 05.30 uur gezet en nu is het 04.20 uur. Nog even wachten dus. Ik sta te popelen, wat mij betreft mogen de avonturen nu beginnen. Ik ga douchen en pak de koffers in.

Om 05.35 uur zijn Jon en Carla ook klaar en pakken we de auto in. We liggen voor op schema. Da’s mooi. Carla is haar schriftje kwijt en alles moet overhoop gehaald worden. Maar het schriftje wordt niet, ook niet op de hotelkamer, gevonden. Om 06.15 uur vertrekken we naar de haven van Tsawassen. Daar arriveren we al om 06.45 uur.

In de haven volgen we de weg naar de ferry met de afvaart naar Nanaimo, door Chris al snel omgedoopt tot Naomi. We liggen in een deuk. Bij de haven zitten op een lantaarnpaal twee bald eagles. In het water staan op twee dukdalven ook twee van deze eagles. Imposante roofvogels zijn dat. We reden door, maar achteraf hadden we best kunnen stoppen om foto’s van deze vogels te maken. Maar we vertrouwen erop dat we deze beesten vaker tegen zullen komen tijdens onze reis.

We staan bijna vooraan in line negen. We gaan bij Starbucks nog even koffie drinken. Om 07.30 uur zitten we weer in de auto en dan kunnen we direct de ferry oprijden. We vertrekken om 07.45 uur. Het is erg fris buiten. We zitten boven op het dek achter het glas. Een gitarist vergezeld ons met zijn getokkel. We hebben prachtig uitzicht over het water voor ons. We zien heel veel otters in het water zwemmen. Een geweldig gezicht. De zon schijnt, maar de wind is behoorlijk koud. Om 09.50 uur zijn we in Duke Point, de haven van Nanaimo.

We rijden van de boot af en volgen het centrum van Nanaimo. Op een moment denken we het centrum gepasseerd te zijn en vragen bij een benzinestation de weg. We moeten drie kilometer terug rijden. Bij een klein maar schoon parkje is een kleine haven. Daar zijn we inderdaad langs gekomen. We parkeren de auto en lopen langs het water naar de haven. Het is heel rustig, maar geen glimp van een centrum dan ook. We lopen weer terug naar de auto  en zijn dan toch nog drie kwartier aan het wandelen geweest.

We rijden verder naar het noorden en komen dan verschillende winkelcentra tegen. We halen brood en ook vinden we een koelbox. We eten op de parkeerplaats en rijden dan naar onze overnachtingplaats voor deze nacht in Port Alberni. Het is een schitterende weg door de bergen en bossen.

Om 13.15 uur zijn we bij de Qualicum Little Falls. Het is prachtig wandelweer. Helaas zijn we niet de enige bezoekers. We lopen een uurtje naar de upper en lower falls. Het is flink klimmen en bloedheet. We rijden weer verder en komen dan langs Cameron Lake. Daar stoppen we ook even. Verderop ligt Cathedral Grove in het MacMillan Park. Aan weerszijden van de weg is een wandeling uitgezet door het bos met huizenhoge bomen. We lopen hier een klein half uur en om 15.30 uur rijden we weer verder. Het is echt bloedheet.

We stoppen bij het Visitors Centre in Port Alberni om te vragen waar we het beste beren kunnen spotten. Het meisje achter de balie geeft aan dat om 23.00 uur bij Victoria Quay in Port Alberni de rivier bijna droogvalt en dat er dan op zalm wordt gevist. De beren komen daar natuurlijk op af. Dit zullen we onthouden.

We gaan naar ons hotel in Port Alberni. We eten op onze kamer. We maken een klein buffetje met salades, tzaziki  en aardbeien. Om 18.15 uur gaan we op weg naar Stamp Falls Provincial Park. Daar zouden ook zalmen gesignaleerd zijn werd ons verteld door het meisje van het Visitors Centre.

Vol goede moed gaan we op weg. We rijden over een ongeplaveide weg. We parkeren de auto en gaan dan lekker wandelen. We zien een prachtige waterval met snel stromend water. Op een moment komen we bij een bruggetje en dan ziet Chris onder het bruggetje veel zalmen tegen de stroom in zwemmen. Een prachtig gezicht. Hoe verder we lopen hoe

wilder het water wordt en hoe meer zalmen we zien. Echt heel bizar. Het is een niet te begrijpen natuurverschijnsel om deze vissen tegen torenhoge watervallen op te zien springen. Ze zwemmen naar hun geboorteplaats, paren daar en sterven dan. Echt wonderlijk. Na een klein uur lopen we weer terug naar de auto. We rijden terug naar ons hotel over deze ongeplaveide weg en dan gaat er in de auto een belletje en een lampje branden.

Met de gebruiksaanwijzing van de auto komen we er niet uit. De jongens vragen in ons hotel aan de receptioniste of zij weet wat dit mankement inhoudt. Volgens haar is er iets met de tankdop. De gebruiksaanwijzing geeft aan dat als dit lampje aangaat, je niet verder mag rijden. We wachten maar af. Maar morgen gaan we naar Tofino en kunnen dan eigenlijk geen ellende gebruiken.

Om 21.30 uur gaan we naar de rivier waar gevist wordt. We gaan natuurlijk met de auto en weer piept dat lampje. We besluiten bij een benzinestation te vragen wat het probleem nou is. De man adviseert ons het verhuurbedrijf te bellen en het probleem voor te leggen. We hebben er dan in ieder geval geen schuld aan als het probleem bij hen bekend is. We rijden terug naar ons hotel en vragen de receptioniste National te bellen. Uiteindelijk is afgesproken dat wij ons de volgende morgen om 08.00 uur melden bij de garage van Dodge in het stadje. Prima geregeld.

We laten de auto nu maar staan en lopen naar de rivier. Het is heel erg druk met vissers, er staat erg veel wind en het is ontzettend koud. Maar wat nog veel erger is, er is geen beer te zien. We lopen dan maar weer terug naar ons hotel. We drinken nog wat op de kamer en dan gaat bij ons letterlijk om 22.15 uur het licht uit.

Dinsdag 5 juli 2011

Op mijn verjaardag waren we al om 06.00 uur wakker. We ontbijten in het hotel en gaan dan met de auto naar de garage om het euvel op te laten lossen. Het is prachtig weer. Ik heb veel sms-jes en berichtjes via Facebook en mijn website ontvangen voor mijn verjaardag. Heel erg leuk allemaal.

Om 08.00 uur zijn we bij de garage. We zetten de auto neer en drinken een bakkie. Ons wordt verteld dat het wel even kan duren en we gaan een stukje wandelen. Er is echter niets te beleven, dus lopen we maar weer terug naar de garage. Pas om 10.00 uur is de auto klaar. Er schijnt een onderdeel te moeten worden vervangen, maar dat onderdeel is niet aanwezig op Vancouver Island. Er wordt ons geadviseerd een andere auto te vragen bij National. De garage regelt e.e.a. voor ons. Maar op heel Vancouver Island is geen Minivan te krijgen. Wel op Vancouver Airport. Maar daar komen we pas de volgende dag weer langs.

We besluiten om toch maar naar Tofino  te rijden met deze auto. De auto komt prachtig gewassen weer te voorschijn. En ons werd geen rekening gepresenteerd. Wat een service.

Het is echt bloedheet als we op weg gaan. De weg is prachtig, maar het duurt wel erg lang voor we in Tofino zijn. We arriveren daar om 12.15 uur. We zoeken een supermarkt voor brood en op de parkeerplaats lunchen we. Ondanks dat de zon schijnt is het hier toch behoorlijk fris.

Om 13.15 uur gaan we op zoek naar een tent voor het boeken van een whale watch excursie. We vinden vlakbij Jamie’s. We kunnen nog met de boot van 13.30 uur mee (anders wordt het 16.30 uur en dat is ons te laat). Maar we moeten ons dan wel vreselijk haasten. De jongens halen de auto die verderop staat. Carla en ik vullen verschillende formulieren in die de jongens ook nog moeten ondertekenen. Om 13.25 uur rijden we naar het haventje waarvandaan de boot zal vertrekken. Het moet dat moment geweest zijn dat ik mijn creditcard kwijt ben geraakt.

We vinden het haventje direct. We parkeren bovenaan de weg de auto en willen dan naar beneden lopen. Maar dan zien we een parkeerplaats beneden bij het water. Dus snel de auto weer in en naar beneden rijden. Truien pakken, water en pillen tegen zeeziekte. Op de steiger staat iemand ons al op te wachten. Pfftt. Net op tijd. De boot vertrekt onmiddellijk. We zijn nog maar net vertrokken of we zien onze eerste walvis al. Super en twee tellen later volgt nummer twee al. Van verre zien we het water omhoog spuiten.

Het is erg heftig op zee, veel golfslag. Gelukkig helpen de pilletjes tegen zeeziekte goed. Even later zien we op een rots een eind uit de kust heel veel zeeleeuwen. Langs de kust zijn veel nesten van bald eagles. De vogels zelf zijn gevlogen.  Na twee en een half uur zijn we weer terug in het haventje. Ondanks de kou hebben we een fantastische tocht gehad.

We stappen de auto in en gaan naar Radar Hill naar een viewpoint. We lopen naar de top, zo’n 100 meter. Het is flink stijgen, maar goed te doen. Als we helemaal boven zijn zitten we in de wolken. Geen uitzicht dus. Ook zijn de bomen inmiddels behoorlijk hoog. We lopen weer terug naar de parkeerplaats. Als we daar aankomen lopen twee controleurs te controleren of iedereen een parkpas heeft. En die hadden wij dus niet.

Bij de ingang van dit parkje stond wel een gammel apparaat om toegangskaarten, waaronder een jaarpas, te kopen. Maar om aan zo’n aftands ding onze creditcard toe te vertrouwen ging wat te ver. We moeten als entree $ 19,80 betalen bij een special point. De Nationale Parkenpas geldt, volgens de controleur, niet voor dit park.

We besluiten naar Green Point te gaan om te betalen. Maar eerst gaan we eten. We vinden in het centrum van Tofino een geweldig restaurant  “Schooner”. Het ziet er redelijk chique uit, maar het is tenslotte mijn verjaardag. Carla en ik nemen salmon pasta, overheerlijk en de boys kiezen een peppersteak. Binnen een uur hebben we deze voortreffelijke maaltijd verorberd. We rekenen af en om 19.30 uur gaan we op pad naar de Schoonertrail.

Een boardwalktrail door het oerwoud naar de zee. De trail is een kilometer, dus dat is goed te doen. Maar als we op het schitterend strand zijn, moeten we ook weer terug, twee kilometer dus. Wat een geweldige plek is dit ook weer.

We stappen weer in de auto en gaan dan naar Green Point om de Nationale Parkenpas aan te schaffen. Als we daar arriveren zijn we snel aan de beurt. We hoeven het bedrag van $ 19,80 van de toeging tot Radar Hill niet te betalen. We rijden weer naar het hotel waar we om 21.45 uur aankomen. We zetten koffie, we bespreken de plannen voor de volgende dag en gaan dan slapen.

Woensdag 6 juli 2011

Vandaag zijn we er al weer vroeg bij. Als we hebben ontbeten en de auto is weer volgeladen gaan we om 08.00 uur op pad op zoek naar een supermarkt. Het is overal erg stil en we denken dat de supermarkt nog is gesloten. Maar die angst bleek ongegrond. De supermarkt is gewoon open. We halen brood en rijden dan naar Sproat Lake Provincial Park. We gaan daar aan het meer heerlijk picknicken. De zon is heerlijk. Na het ontbijt lopen we een stuk langs het meer. Het is hier heerlijk rustig.

Om 10.10 uur rijden we richting Nanaimo. En weer gaat het lampje in de auto  branden. We besluiten om de auto toch maar om te ruilen op het vliegveld van Vancouver. We rijden naar de ferry die ons van Duke Point naar Tsawassen zal brengen. We zijn er om 11.45 uur en de ferry vertrekt pas om 12.45 uur. Onderweg zien we dat 47% van de boot is volgeboekt. Als we op het parkeerterrein aankomen is het wel al ontzettend druk. Je begrijpt niet dat zoveel auto’s op de boot kunnen.

We gaan heerlijk buiten op een bankje in de zon zitten. We boffen nog steeds met het weer. Op een moment krijgen we te horen die iedereen naar de auto moet en dan kunnen we heel snel de boot op rijden. We besluiten op de boot te lunchen. We gaan heerlijk voorop zitten in de zon. Er komt verder niemand. Heerlijk rustig dus. We stallen alles uit op ons tafeltje. Echt genieten dus. Dan geeft de boot een fluitsignaal ten teken van vertrek. We schrokken ons rot en de boot zet zich in beweging. We voelen ons net een hoofdrolspeler in Loveboat.

Maar dan begint het onbedaarlijk te waaien en vliegt de totale inhoud van wat eens een mooi gedekte picknicktafel was door de lucht. Hagelslag over het dek, de borden konden we nog net opvangen. Maar helaas alle plastic zakjes vlogen weg. Hilarisch. We komen niet meer bij van het lachen. We donderen alle overblijfselen in plastic tassen en verkassen naar de achterkant van het schip. Wow, hier is het veel lekkerder. We eten nog wat en gaan dan op het dek van de zon genieten.

Om 14.45 uur staan we weer aan de wal en gaan we op weg naar Vancouver Airport om de auto om te ruilen. Het is echt beredruk. Bij de carrentals halen we alles uit de auto en zetten we alles in de nieuwe auto. Weer een Dodge, een witte dit keer. Nog nieuwer dan de vorige auto. Helemaal te gek. De kilometerstand van de zwarte auto was 8.725 km. Dit betekent dat we er al 630 kilometer op hebben zitten. Als het lampje in deze auto maar niet gaat branden. De kilometerstand van de witte Dodge was 4.340 km.

Als de auto is vol geladen rijden we naar ons volgende onderkomen in Langley. Daar komen we om 17.30 uur aan. Op de kamer fatsoeneren we alle tassen. Als we op de kamer wat hebben gedronken gaan we naar McDonalds. We eten daar heerlijk en lekker snel.

Om 19.30 uur zijn we weer op de kamer. Maar hier is echt niets te beleven. We besluiten om naar het winkelcentrum te gaan. We zien Sears en we denken dat dit een oubollige winkel is. Maar als we eenmaal binnen zijn weten we niet wat ons overkomt. Een prachtige mall met schitterende winkels. We lopen een klein half uurtje langs de winkels en gaan dan weer terug naar het hotel. We drinken koffie en via mijn iPad gaan we de Tour de France kijken. Maar om 22.30 uur hebben we het echt gehad en gaan we slapen.

Donderdag  7 juli 2011

We hebben deze ochtend de wekker gezet. Alles staat al klaar. Om 07.45 uur zijn we al op weg naar Manning Park. Scheen de afgelopen dagen de zon volop, nu is het zwaar bewolkt. Via de iPad met ingebouwde GPS vinden we Highway 1 en dan rijden we naar Hope. Na drie kwartier rijden zijn we bij de Bridal Veil Falls. Hier is helemaal niemand. Het is dan ook pas 08.45 uur.

We stappen de auto uit en ja hoor daar zijn ze weer. Die vreselijk irritante muggen. We smeren ons direct in met Deet. Maar dit voorkomt niet dat die vervelende beesten om je heen blijven zoemen. We lopen in een kwartier naar boven naar de machtige waterval. Het is flink klimmen geblazen. Deze waterval valt echt loodrecht naar beneden.

Om 09.05 uur rijden we weer verder. Nog steeds is er geen zonnetje te bekennen. Iets voorbij Hope nemen we een kijkje bij Hope Slide Viewpoint. In 1965 is hier een aardverschuiving geweest die over drie kilometer de Highway verzwolg. Talloze lichamen liggen nog onder het puin. Een afgrijselijk idee.

Onze volgende stop is de Sumallo Grove. We lopen daar een trail van een kilometer heen en een kilometer terug. Daarna gaan we naar de Rhododendron Flats. Hier doen we ook een korte wandeling. Tussen de bomen staan wat rododendrons. Allemaal in dezelfde kleur. Niet heel erg bijzonder vinden wij. Al snel zijn we weer vertrokken en gaan dan naar het resort. Daar gaan we in het restaurant lunchen. Omdat dit het enige restaurant op het resort is, vragen we of het nodig is om een tafel voor het diner die avond te reserveren. Maar de ober stelt dat dit niet nodig is. Het is volgens hem vrij rustig. We vragen bij de receptie of we al in kunnen checken, maar dat is nog niet mogelijk.

Na de lunch rijden we naar Cascade Look Out. We moeten flink klimmen met de auto. Het is een prachtige weg. Er staan heel veel bloemen langs de weg in bloei. Helaas laat de zon zich nog steeds niet zien. Als we helemaal boven aan de berg zijn, komen we in de sneeuw terecht. Erg grappig om mee te maken. Als we uitgekeken zijn maken we de volgende stop bij Beaver Pond Nature trail. We lopen dan een stuk langs het meertje. Maar helaas ook dit keer geen bever te zien.

Om 15.00 uur zijn we weer terug bij het resort. We willen eigenlijk nog een trail doen, maar de regen komt met bakken uit de hemel. Echt balen. We wachten maar in de auto tot de bui over is gedreven. We kunnen pas om 16.00 uur inchecken. We proberen het al om 15.30 uur en warempel, we krijgen de sleutel.

Gewapend met sleutel begeven we ons naar lodge nummer 23 en ik krijg de schrik van mijn leven als we binnenstappen. We zien een, nee twee, nee wel drie muizen in een muizenval. Dood! We kunnen hier niet blijven. We gaan naar de receptie om te zeggen dat we geen voet meer over de drempel van die lodge zetten en eisen een andere lodge.

Ditmaal krijgen we de sleutel van lodge nummer 25. Zelfde type, zelfde indeling, maar gelukkig geen muizen. Tenminste dat hopen we maar. We halen de auto leeg en gaan dan weer heerlijk wandelen. We rijden naar Lightning Lake. We gaan daar een trail lopen om het meer heen. We weten de route niet, maar als we het meer aan onze rechterkant houden moet het goed komen. Het is een prachtige wandeling. Als we precies aan de overkant van het meer zijn, lopen we over de Rainbow Bridge die over een riviertje is gespannen.

We lopen een stukje verder om de brug vanaf de waterkant op de foto te zetten. Plots komt er uit het bos een hert te voorschijn. Parmantig stapt deze het water in en steekt de rivier over. Het is een geweldig gezicht. We lopen euforisch verder. Het meer heeft zijtakken die vanaf het beginpunt van de wandeling niet te zien waren. We blijven maar doorlopen en dan begint het te spetteren. Het wordt donker en we hopen maar dat de regen niet doorzet.

Gelukkig is dat niet het geval. We wijken voor ons gevoel steeds verder weg van het meer. Plotseling zien we rechts van ons de parkeerplaats met onze auto. Verder lopen dus, toch gaan we steeds verder de verkeerde kant op. We besluiten een stuk terug te lopen en via ongebaande paden de heuvel af te lopen. Very scarry, maar wel heel spannend. Dit was echt hilarisch en supersnel. We zijn een kleine anderhalf uur onderweg geweest.

We stappen de auto weer in en gaan naar onze lodge. Als we de foto’s en filmpjes op de iPad hebben bekeken gaan we naar het restaurant voor het diner. Inmiddels is het al 19.00 uur. Tijd om te eten dus. Inderdaad is het behoorlijk rustig in het restaurant. We snappen niet dat het in deze tijd van het jaar zo rustig is in het park. Ook zijn er maar een stuk of vier lodges bewoond. De rest, en dat zijn er best wel veel, staan leeg. Om 20.30 uur gaan we weer terug naar de lodge. We drinken nog wat en om 22.30 uur duiken we ons bed in en hopen we dat we vannacht geen bezoek krijgen van muizen.

Vrijdag 8 juli 2011

Om 06.30 uur zijn we alle vier weer wakker en na het ochtendritueel vertrekken we weer. We laden de auto in en om 07.45 uur zijn we op weg. We rijden een weg in en direct zien we een hert herkauwend in de berm liggen. We stappen uit om foto’s te nemen. Het beest verblikt of verbloost niet en blijft rustig herkauwend ons aankijken. Als we verder rijden zien we meerdere herten. We rijden naar Twenty Minute Lake om daar de wandeling, die precies twintig minuten duurt, te lopen. Om 08.45 uur staan we alweer bij de auto.

Met weemoed verlaten we Manning Park. Als we het park uitrijden maken we nog snel een foto van het mooie bord Manning Park en terwijl we op de weg staan, komen vanaf de bergen weer twee herten de vluchtstrook opgelopen. Alsof ze afscheid van ons komen nemen.

We rijden verder door het prachtige landschap en rijden dan Princeton in. In dit stadje, waar we een aantal jaren gelden hebben overnacht, zoeken we een supermarkt. Onze voorraad is weer aardig geslonken, dus slaan we flink in. We nemen ook een taartje mee, want daar is mijn verjaardag nog steeds niet mee gevierd. Ook vandaag is het niet echt zonnig.

Om 10.30 uur vervolgen we onze weg. Om 11.00 uur stoppen we bij een meertje en daar verorberen wij de taart. Heerlijk Het is trouwens echt fris buiten. Er waait een behoorlijke wind en we hopen op betere tijden. Om 12.00 uur stoppen we bij een Visitors Center aan de snelweg bij het Okanangan Lake. We gaan hier lekker lunchen vanuit de achterbak. De zon komt nu af en toe door en dan is het heerlijk warm. Om 12.45 uur rijden we verder richting Vernon.

De bedoeling was om via Nakusp te rijden met tweemaal een oversteek per ferry, maar we zagen dat Nakusp nog 187 kilometer rijden was en omdat we van daaruit ook nog naar Revelstoke moesten, besloten we de Highway 97 te nemen. Het was al 14.00 uur en we wisten niet hoe laat de laatste ferry zou varen en of we deze zouden halen. Omgooien die route dan maar. Nu was het nog maar 146 kilometer tot Revelstoke. Beter dus. Af en toe schijnt de zon en dan is het weer zwaar bewolkt. Maar de voorspelde regen blijft vooralsnog uit.

We stoppen om 15.15 uur bij Mara Lake Lookout en nemen een kijkje. Dan rijden we weer verder naar Three Valley Gost Town. De regen komt met bakken uit de hemel. We besluiten om niet naar binnen te gaan. Om in de stromende regen dit spookstadje te bezoeken kan ons niet bekoren. We rijden door naar ons hotel in Revelstoke.

Daar zijn we om 16.45 uur. We checken in en gaan direct op de kamer eten. Na het eten bezoeken we het centrum van Revelstoke. Het regent nog steeds en het centrum is uitgestorven. We lopen een tijdje door het kleine stadje en bezoeken dan een liquor store voor de nodige alcohol. We hebben nog geen toetje gehad en laten ze nou precies in dit stadje een McDonalds hebben. We halen daar een ijsje en dan gaan we weer terug naar het hotel. Het was niet echt een vruchtbare dag vandaag. Ten eerste vanwege de afstand en ten tweede het natte weer op het eind van deze dag. Maar we houden de moed erin, morgen wordt het vast beter.

Zaterdag 9 juli 2011

Als we om 06.30 uur wakker zijn, gaan we via de iPad facetimen met Marsha en Edwin. Dit is echt heel super. We kletsen een tijdje en zijn weer helemaal bijgepraat, te komisch. We ontbijten, laden de auto in, tanken en dan bezoeken we de Canyon Dam. Deze ligt iets boven Revelstoke. De dam is afgesloten, we kunnen er niet over heen lopen. We lopen een stukje langs het water en bekijken de enorme dam. Erg spectaculair.

Dan gaan we naar de supermarkt om de voorraad weer aan te vullen. Vandaag gaan we Revelstoke National Park met een bezoek vereren. We hopen dat we verder kunnen rijden dan de vorige keer. Toen konden we vanwege de sneeuw de laatste twee kilometers van de berg niet met de auto betreden en moesten we lopen. We stoppen direct bij een paar uitkijkpunten en hebben een geweldig uitzicht over de stad Revelstoke.

Maar als we zo’n twaalf kilometer de berg op zijn gereden, is de weg verder afgesloten. We mogen niet verder rijden. De top is pas na twintig kilometer. We keren dan maar weer om. We balen stevig, want we willen de Meadows in the Sky weg helemaal afrijden en bij Balsam Lake weer een trail doen. Nou niet dus.

We gaan dan maar weer verder rijden en komen bij Skunk Cabbage. We doen daar de korte boardwalktrail. We horen in dit moerasachtige gebied veel vogels, maar zien er geen. Het regent nu niet maar het is behoorlijk fris. Om 11.30 uur vervolgen we onze weg.

De volgende stop is bij de Giant Cedars Boardwalk, voor weer een wandeling. En het woord zegt het al, over een boardwalk lopen we langs reusachtige hoge bomen. Als we bij het eind zijn, zit er een eekhoorn boven in de boom te schreeuwen. Alsof hij ons een goede reis wenst.

Precies om 12.00 uur zijn we al weer bij de auto. Onze volgende stop is een kwartiertje later bij de Hemlock Grove Boardwalk. Een wandeling tussen de Hemlock trees. Ook weer een korte wandeling over een boardwalk. Als we deze wandeling achter de rug hebben rijden we Glacier National Park in en stoppen we gelijk bij de Meeting of Waters Trail. Hier lopen we een wandeling van een klein uurtje door het prachtige bos. Her en der ligt nog sneeuw. Al snel zijn we bij het water. Hier komen met veel gedonder en geraas de Yoho River en de Kicking Horse River tezamen. Een prachtig gezicht.  

Om 14.00 uur zijn we weer bij de parkeerplaats en rijden we naar Beaver Valley voor de volgende stop. Hier ligt een prachtige meadow met kleurrijke bloemen. Het is een prachtig gezicht. Helaas zijn we niet de enige die het geweldig vinden. Als je maar even stil staat, word je door tientallen muggen lastig gevallen. Ik haat muggen. Als we genoeg foto’s hebben gemaakt rijden we door naar Golden naar ons hotel.

We arriveren daar om 15.45 uur, maar bij de receptie hangt een klok die 16.45 uur aangeeft. We zijn dus een tijdzone gepasseerd. We halen de auto leeg en als dat gebeurd is gaan we het stadje verkennen. Het is een piepklein stadje , maar wat een ruimte hier zeg. Ik vertel dat ik op het Canada forum heb gelezen dat hier twee Nederlandse jongens een restaurant zijn begonnen, Kicking Horse Grill. En verdomd, op een gegeven moment zien we het restaurant liggen en besluiten we daar te gaan eten.

Alles is overheerlijk. We vragen de serveerster of de eigenaars Nederlanders zijn en dat is het geval. Als we de verrukkelijke maaltijd verorberd hebben, komt een van de eigenaars, Chris, een rasechte Amsterdammer, bij ons zitten en vertelt dat hij al twaalf jaar in Golden woont. Hij kan gezellig kletsen en doet een beetje zijn levensverhaal aan ons toevertrouwen. En dan komen de beren ter sprake.

We geven aan dat we tijdens onze vorige reis, een aantal jaar geleden, maar drie beren hebben gespot. En tijdens onze huidige reis tot vandaag nog geen een. We vertellen geobsedeerd te zijn door beren en hij stuurt ons na afloop van het gezellig samenzijn een ongeplaveide weg op. De weg naar de top van de berg is twaalf kilometer, maar verzekert Chris ons, daar spot je zeker beren. Carla en ik zijn in extase. Zou het dan toch nog gebeuren vandaag?

De weg is bijna niet te berijden. We schudden van links naar rechts, maar vooralsnog geen beer te bekennen. Als we zeker vijf kilometer hebben gereden, ziet mijn eigen Chris beren op de weg (figuurlijk dan) vindt het genoeg en keert de auto. Wat een desillusie. Echt balen. Maar de weg is bijna niet te berijden en met het knipperende lampje in onze vorige auto nog vers in ons geheugen, zijn we het met Chris eens.

Om 20.45 uur zijn we weer  terug in het hotel. We drinken een bakkie en balen flink omdat we dachten dat we echt beren zouden zien, maar helaas. Tot een uurtje of een ben ik bezig foto’s op Picassa te zetten en filmpjes op You Tube.

Zondag 10 juli 2011

We zijn al weer een week in dit geweldige land. Wat gaat dat allemaal snel. We hebben in deze week al weer heel wat gezien en meegemaakt. Maar waar blijven de beren nou? Deze morgen zijn we al om 08.00 uur op pad. We tanken en zoeken een supermarkt voor brood. We hebben een lange, maar wel een spectaculaire rit voor de boeg naar Hinton, voorbij Jasper.

Onze eerste stop is in Yoho National Park. We lopen naar de Wapta Falls. De waterval is twee kilometer met de auto van de weg af en dan nog 2,4 kilometer lopen naar de waterval. En ook weer 2,4 kilometer terug natuurlijk. De zon schijn niet maar de temperatuur is heerlijk. We komen onderweg geen kip tegen. Het is een prachtige waterval. We bekijken deze vanaf een hoogte en als we genoeg foto’s hebben genomen lopen we weer terug.

We vervolgen onze weg en in Field, een schattig piepklein stadje, drinken we koffie. Het is nu koud buiten, maar van de koffie en warme chocolademelk worden we weer warm. Om 11.30 uur rijden we een klein stukje terug om de Natural Bridge te bezoeken. We zijn daar net voorbij gereden. We hebben toen geen bord ontdekt.

Hier is het echt heel druk. Er staan verschillende bussen en de passagiers worden even gedropt en stappen dan weer in voor de volgende bezienswaardigheid. Veel wandelen zit er voor deze vakantiegangers niet in. En dat is jammer, want juist dan zie je de echte mooie natuurverschijnselen.

Ook als we even later bij Emerald Lake stoppen is het ontzettend druk. We balen hier als een stekker van. Een paar jaar geleden waren we zowat de enige toeristen en hebben we een heel stuk om het prachtige meer gelopen. Maar moet ik erbij zeggen. Toen was het weer ook beter. Een wolkenloze hemel hadden we toen. We lopen nu ook een stuk langs het mooie meer. Het is windstil en het meer ligt er ondanks de vele wolken prachtig bij. Toch kan het meer ons deze keer niet bekoren. Echt balen.

Om 12.30 uur rijden we verder en maken we een fotostop bij de Upper Spiral Tunnel. Samen met de Lower Spiral Tunnel zijn dit twee keertunnels in de transcontinentale spoorweg van de Canadian Pacific Railway. Door de aanleg van deze tunnels werd het gevaarlijke stijgingspercentage van 4,5% voor de treinen door de vele bochten teruggebracht naar een meer aanvaardbare van  2,2%.

Om 13.00 uur zijn we bij de Takkakaw Falls. Deze waterval is erg wild en de hoogste waterval van Canada. We lopen een eind tot we bijna bij de waterval zijn. Maar de waterval heeft zo’n kracht dat we de spetters al op ons voelen. Het is best fris buiten. Na deze mooie wandeling lunchen we bij de auto. Om 13.50 uur zijn we alweer onderweg.

Voor we bij Meeting of the Waters zijn, komen we langs bergen sneeuw. Bizar om in de zomer in de sneeuw te staan. Bij dit prachtige natuurverschijnsel  komen de Kicking Horse River en de Yoho River bij elkaar. Ook hier maken we een wandeling door het bos langs de machtige rivieren.

Om 14.30 uur gaan we de Icefield Parkway op en passeren we al snel Crowfoot Glacier met het prachtige knalblauwe meer ervoor. Gelukkig schijnt de zon af en toe. Maar helaas is het meer geen spiegeltje. Geen prachtige foto’s dus met de gletsjer schijnend in het water. Iets verder ligt de Bow Glacier met op de voorgrond Bow Lake. Er staat ook hier veel wind, dat veroorzaakt golfslag op het mooie meer. Ook hier dus geen foto’s van de weerschijning in het meer.

Als we bij Mistaya Canyon Viewpoint aankomen slaat de schrik ons om het hart. Ook hier weer tig bussen met vele bezoekers. Vanaf de parkeerplaats loop je zo naar de canyon. Ideaal dus voor luie toeristen. We zijn daar maar heel even en gaan snel weer verder.

Onze volgende stop is bij Parker Ridge, een hele mooie Trail. Het is inmiddels al 16.45 uur en de Trail is vijf kilometer lang. Je stijgt 250 meter, best wel pittig. We besluiten de trail op de terugweg  te doen over een paar dagen. Er ligt heel veel sneeuw en we zien skiërs de berg af komen. We vragen ons af hoe zij boven zijn gekomen.

Dan komen we bij de Athabasca Glacier. Hier is het zo vreselijk koud. Er staat een gure wind en de zon laat zich niet zien. We lopen in een klein half uur tot de gletsjer. We weten niet of deze zich ten opzichte van de vorige vakantie heeft teruggetrokken. Om 17.20 uur rijden we weer verder. Als we op de Icefield Rarkway rijden, zien we een roedel herten. Iedereen stopt op de vluchtstrook. Het is een echte file aan het worden. Geweldig om te zien.

Om 19.00 uur komen we in Jasper aan. We parkeren de auto en gaan een tentje zoeken om te eten. Het wordt een fastfood maaltijd. Om 19.50 uur is deze maaltijd verorberd en rijden we naar ons hotel in Hinton, waar we een uurtje later aankomen. Wat een prachtige route was dit. Deze weg doet zeker niet onder voor de Icefield Parkway. De omgeving is hier wat uitgestrekter en er zijn minder bossen. Bij het hotel checken we in, slepen via zo’n handig karretje de spullen naar de kamer, drinken nog wat en dan is er weer een dag voorbij.

Maandag 11 juli 2011

We zijn ook deze ochtend weer om 07.00 uur wakker en om 08.00 uur zijn we alweer op pad. We tanken en gaan bij Safeway boodschappen doen. Als we weer op de snelweg rijden richting Jasper zien we een prachtige uil langs de kant van de weg in een boom zitten. We waren te laat om te stoppen. Even verderop heeft Chris de auto gekeerd en is teruggereden. Wow, we maken een paar foto’s van dit prachtige beest. Op een moment komt hij recht op ons afgevlogen. Maar een paar meter voor onze voeten duikt hij het gras in. Waarschijnlijk om een muis te pakken. We schrokken ons wezenloos.

In Jasper halen we bij het Visitors Center een routekaart voor trails. We gaan eerst de trail The Valley of the Five Lakes lopen. Een prachtige wandeling, jawel, langs vijf schitterende hemelsblauwe meertjes. De zon schijnt en dat maakt de omgeving nog mooier. We genieten volop. Het is een waar paradijs. We lopen zeker een uur en drie kwartier. Echt helemaal geweldig.

Dan gaan we naar Mount Edith Cavell Glacier. Deze is te bereiken via een prachtige weg. We moeten een behoorlijk berg oprijden. En dan is er plots een opstopping. Wild te zien dus. We zien aan de overkant van de weg in de berm een moeder beer met twee cubs (dat zijn er al 3). We staan aan de verkeerde kant van de weg. We kunnen hier niet stoppen, anders houden we het verkeer tegen. Chris rijdt door en de eerste de beste mogelijkheid   om de auto te keren benut hij. We rijden voorbij de rij auto’s en gaan voor in de file staan. Goed gegokt van Chris.

De beren lopen verder en vanuit onze auto met opengeschoven deuren kunnen we de beren goed aanschouwen. Op een moment klimmen de kleintjes in de bomen. Zo pal voor onze neus. Jeetje zeg, wat een happening. Even later loopt de moeder verder en haar kleintjes hobbelen achter haar aan. We rijden met de auto heel langzaam mee met the family. Geweldig, wat een topdag was het al tot dus ver.

We rijden verder de berg op. Er komt geen eind aan deze prachtige weg. We lunchen bij Tonquin Valley. Om 14.20 uur rijden we verder. Nog geen 500 meter verderop begint de trail van 1,6 kilometer naar Mount Edith Cavell Glacier. We lopen tot aan de gletsjer met het prachtige helblauwe meer ervoor. Dat was weer flink klimmen Jeminee, wat is dit indrukwekkend. Het is hier echt prachtig. Terwijl we staan te genieten van dit natuurschoon komt met donderend geraas een lawine de gletsjer afgerold. Omdat de berg zo hoog een overweldigend is lijkt het een straal van niks. Maar het geraas waar mee het gepaard gaat is oorverdovend.. Onderaan de gletsjer zie je het sneeuw dus ophopen. Gelukkig dat hier geen mensen kunnen komen.

Om 15.35 uur rijden we weer naar Jasper. We gaan ijs halen en op een bankje in een parkje gaan we van deze lekkernij genieten. Om 17.00 uur rijden we naar Patricia Lake voor een korte stop. Het is een klein maar mooi meer. Dan besluiten we nog even een kijkje te gaan nemen bij Pyramide Lake. We rijden langs het meer en stoppen om een wandelingetje te maken. We lopen over het bruggetje en zien onder ons het helder blauwe water. Dit is echt helemaal top. We rijden na deze korte onderbreking weer verder en zien dan wat herten in het gras liggen. Erg mooi om te zien.

We rijden weer verder en stoppen bij Palisades. Geweldige bergen. Hier gaan we eten. We zitten een klein half uurtje aan de picknicktafel en dan gaan we weer richting ons hotel in Hinton. En dan steekt plotseling een geweldig hert met gewei de weg over. Een prachtig beest. Langs de parkeerplaats waar wij staan gaat hij grazen. We nemen een heleboel foto’s. Inmiddels is het een drukte van belang. Iedere automobilist stopt om een kijkje te nemen.

Euforisch rijden we verder. Wat een geweldige dag was dit. In Hinton gaan we naar een liquor store voor wijn en bier. Ook gaan we shoppen bij Dollarama, een soort Action. Wow wat een geweldige winkel is dit. En goedkoop! Voor $ 16 kopen we tassen vol onzin. Heerlijk gewoon. We lopen het winkelcentrum door en willen dan naar onze kamer om wat te drinken.

Tja en dan wil je ten eerste heel snel naar het toilet en de foto’s op de iPad zetten en dan kan je je kamer niet in. Snel naar de receptie om te vragen wat er aan de hand is. We hebben deze kamer voor drie dagen besproken en betaald. Dat was dan even niet goed doorgekomen bij de receptie??? Ze activeert onze kaarten weer en dan kunnen we eindelijk onze kamer betreen. Helaas zijn de bedden niet opgemaakt en hebben we geen schone handdoeken gekregen. Sukkels. We drinken wat en om 23.00 uur gaan we slapen.

Dinsdag 12 juli 2011

Om 09.05 uur zijn we alweer op pad. We rijden richting Jasper. Als we drie kwartier rijden komen we (waarschijnlijk) hetzelfde hert als gisteren tegen. Ons eerste fotomoment dus. We gaan vandaag over de Maligne Lake Road rijden. We starten met een fikse wandeling bij de canyon. Poeh, flink klimmen hier.  We lopen langs de machtige canyon waar met veel geraas het water doorheen geperst wordt. Als we na deze pittige wandeling weer bijna op de parkeerplaats aan zijn gekomen is er een opstopping van mensen. Zij turen in het bos. En ja hoor. Een zwarte beer (nr. 4). We hebben zeker een kwartier achter dit roofdier aangehobbeld. Teveel foto’s en filmpjes heb ik genomen van deze beer. Echt helemaal top.

Om 11.30 uur rijden we naar Maligne Lake. Daar zijn we om 12.30 uur en gaan dan de Moose Lake trail van 4,4 kilometer lopen. Helaas hebben we geen moose gezien, wel miljoenen muggen.

Na deze wandeling rijden we verder en als we net onderweg zijn steekt een bighornsheep de weg over. Het beest gaat gewoon voor mijn camera poseren. Geweldig. De volgende stop is bij Medicine Lake. Vanaf deze plek heb je prachtig uitzicht over het meer. We lunchen hier  en dan gaan we weer verder. En hup, weer zien we een beer (nr. 5). Een heuse verkeersopstopping ontstaat. Het is helemaal geweldig. Even later komen we een mule deer mannetje tegen met ook weer een imposant gewei. En dan begint het te regenen. Gelukkig zitten we in de auto. Even later komen we een hele roedel mule deers tegen.

Om 15.00 uur zijn we weer in Jasper. Het regent nog een beetje. Maar dat weerhoudt ons er niet van een ijsje te halen. We gaan naar dezelfde ijstent als gisteren en eten deze lekkernij vanwege de regen maar binnen op. Als deze klus geklaard is, schijnt de zon weer.

Om 16.15 uur rijden we naar Lake Annette. We doen daar een wandeling om het meer. Althans, dat is de bedoeling. Een gedeelte van het wandelpad is afgesloten. In een van de bomen zit een bald eagle te broeden. Volgens het bord in het park is dit het eerste nest voor dit verliefde stel. We genieten van het mooie meer en plotseling zien we vader eagle naar het nest vliegen. We weten nu waar het nest zich bevindt. En met de geweldige fotocamera kan ik vader eagle die de wacht houdt heel dicht bij halen. Het is een prachtig gezicht.

Het is nu bloedheet en om 17.30 uur rijden we terug naar Hinton. We arriveren om 18.30 uur in het hotel. Het giet nu van de regen en dit maakt mijn humeur niet al te vrolijk. En als we dan ook nog eens net als gisteren weer niet in de kamer kunnen komen, is mijn geduld op. Ik ben nu echt kwaad en stap naar de receptie. De troela maakt de kaarten weer in orde en dan kunnen we eindelijk de kamer in. Gelukkig is het bed wel opgemaakt en zijn er dit keer wel schone handdoeken..

Ik laad de iPad en alle batterijen op en dan gaan we naar de Chinees waarvan we het adres op het foldertje in onze kamer vinden. Maar helaas, failliet. Alles afgesloten. Dus op zoek naar een ander restaurant. We belanden bij een Grieks restaurant. Ook heerlijk natuurlijk. We stappen binnen en worden naar een tafeltje begeleid. We praten natuurlijk met elkaar en opeens vraagt het meisje of we uit Nederland komen. Het blijkt een Nederlands meisje te zijn die met haar ouders drie jaar geleden is geëmigreerd naar Canada. Het kind dolgelukkig dat ze weer eens Nederlands kan praten. Leuk om te horen hoe ze hier terecht zijn gekomen en hoe hun leven nu is. Ze praat na drie jaar al Nederlands met een Canadees accent. Erg grappig. We bestellen wat van de kaart. Het is heerlijk allemaal. Om 21.00 uur gaan we weer terug naar het hotel. En je wilt het geloven of niet, maar de zon schijnt.

Woensdag 13 juli 2011

Om 07.50 uur gaan we bepakt en bezakt op weg naar Banff via de Icefield Parkway. De weg van Hinton naar Jasper is geweldig. We hebben er geen spijt van dat we hier een hotel hebben geboekt.

We rijden nu ook weer op de highway 93A. Deze weg loopt parallel aan de Icefield Parkway. We hopen ook nu weer wildlife te spotten. Maar helaas. Het regent ook nu weer. Onze eerste stop zijn de Athabasca Falls. Het is hier ongelooflijk druk. Echt niets aan. Het regent en dat maakt de waterval er niet mooier op. Hele busladingen mensen stappen uit, fotograferen de prachtige waterval en stappen dan weer de bus in. Als we de fall hebben bekeken, rijden we weer verder.

We stoppen bij het viewpoint Goats en Glaciers. Gletsjers zien we wel, maar vooralsnog geen witte geit. En die willen we nou juist zo graag zien. Ook tijdens onze vorige reis naar Canada hebben we er geeneen kunnen ontdekken. Het is inmiddels wel droog.

Onze volgende stop is de Sunwapta Falls. Hier hebben we tijdens onze vorige reis naar Canada gelogeerd in een van de lodges. We lopen de korte wandeling naar de waterval. Het is ook behoorlijk fris nu. Na de wandeling drinken we koffie en warme chocolademelk in het restaurant bij de lodge. Daar staat de open haard aan en ik kan je niet vertellen hoe heerlijk dit is. Om 11.15 uur rijden we weer de Icefield Parkway op.

We stoppen bij Stutfield Glacier, een prachtige gletsjer . Daarna volgt de Tangle Creek met de prachtige waterval ervoor. Ook stoppen we nog bij Bridal Veil Falls en daar gaan we op de parkeerplaats lunchen. En dan worden we door de een aantal leden van de Canadese Vereniging van Huisvrouwen gewezen op de waterval aan de overkant van het ravijn. Daar loopt een moeder beer met cub (nr. 6 en 7) zo over de waterval. Wat een prachtig gezicht. We hebben de beer met kid een hele tijd goed in het vizier. Wat een ervaring zeg.

Om 13.25 uur rijden we weer verder. Na een klein kwartiertje rijden komen we weer een beer (nr. 8) tegen. Veel auto’s zijn gestopt en evenzoveel mensen zijn uit de auto’s gestapt om foto’s te maken. Wij natuurlijk ook. Er wordt nog zo voor gewaarschuwd dit vooral niet te doen. Het blijven roofdieren. Maar er gebeurt iets met je zodra je een beer in het vizier krijgt, dat je alle regels aan je laars lapt.

Als we nu weer uitgekeken zijn komen we even verderop vier bighornsheeps tegen. Zij steken de weg over. Hier is het ook weer chaos van auto’s en mensen. Iedereen maakt foto’s. Het is erg koud en weer begint het te regenen.

Dan rijden we door tot we bij Bow Summit met het knalblauwe Peyto Lake zijn aangekomen. We lopen een pittige wandeling naar het viewpoint vanwaar je een prachtig uitzicht hebt op het fantastische meer. Op het moment dat we bij het uitzichtpunt aankomen, komt de zon even door. Alsof deze wil zeggen: “Nou vooruit dan. Ik schijn heel even voor een mooie foto van dit natuurwonder”. 

Terug naar de auto lopen gaat sneller. We eten wat mandarijnen en om 15.20 uur vervolgen we onze weg. We maken nog even een vlugge fotostop bij Bow Lake. Maar er staat veel wind en het mooie meer met daar boven de prachtige gletsjer schijnt niet zoals een paar jaar geleden prachtig in het gladde water. Ook de zon laat zich op dat moment niet zien.

We besluiten naar Lake Louise te gaan. Op ons programma staat de mooie wandeling naar Lake Agnes. Op de parkeerplaats bij het meer is het ook heel erg druk. Ook het meer heeft met deze mensenmassa en het slechte weer zijn charme verloren. Het regent en er staat een gure wind. We gooien het programma maar om. Geen wandeling naar Lake Agnes dus. En dat is flink balen. Want daar had ik mij echt op verheugd. Als we besluiten om te keren, komt toch de zon door. Maar we besluiten om naar Moraine Lake te rijden. Met een zonnetje is dit het mooiste meer van Canada. Dus snel op pad.

Het begint weer donker te worden als we bijna bij het meer zijn. We vinden nog net een plekkie voor de auto op deze immense parkeerplaats. We lopen snel naar het meer en dan moeten we een stuk klimmen om een prachtig uitzicht te hebben. Onderweg begint het weer te regenen en wat nog veel erger is. Het gaat onweren. Als we boven zijn nemen we snel een paar foto’s, genieten nog even van het fabuleuze uitzicht en dan gaan we snel weer naar de auto. Gadverdamme. Ik heb nu echt de pest in. Het weer gooit behoorlijk wat roet in het eten.

Als we net de auto in gestapt zijn komt de regen met bakken uit de hemel. Als we onze weg vervolgen naar Banff komen we in een file terecht. En dat zijn we niet gewend in het grote Canada. Gelukkig is de file snel opgelost en rijden we naar het stadje.

In Banff zoeken we een parkeerplaats. Die is gelukkig zo gevonden. Ook hoef je, tenminste op de plekken die wij hebben bezocht, niet te betalen voor het parkeren. Het stadje is beeldig. De vorige keer dat wij hier waren was Mainstreet afgesloten voor verkeer en was het een chaos. Nu is het een erg toeristisch vakantieplaatsje.

We zijn op zoek naar Earls, waar we al een keer heerlijk hebben gegeten. Nu is het eten ook weer overheerlijk. We nemen geen nagerecht, omdat we bij de ijswinkel ijs willen halen. Maar het is zo koud en nat dat we daar toch maar vanaf zien.

Om 19.45 uur rijden we naar ons hotel in Canmore. We arriveren daar om 20.30 uur. Het is een groot hotel. Als we hebben ingecheckt lopen we naar onze kamer. Tenminste, dat trachten we. Onze kamer schijnt in een ander gebouw te zijn. Chris gaat de auto halen om deze dichter bij de ingang van ons gebouw te zetten. We brengen de spullen naar de kamer, zetten een bakkie en nemen dan de route voor de volgende dag door.

Donderdag 14 juli 2011

We gaan boodschappen doen bij Safeway in Canmore. We halen ook een soort moorkoppen. Heel gewoon bij de supermarkten in Canada is dat de caissière je boodschappen in een plastic tasje doet voor je. Ik zag het al gebeuren. Alle boodschappen werden netjes ingepakt voor ons en ja hoor de doos met de moorkoppen werd ook op z’n kop in een plastic tas gestopt. Hilarisch gewoon. We kwamen niet meer bij van het lachen.

Om 09.20 uur verlaten we Canmore. De zon schijnt en het is nog wat frisjes. We moeten het spoor over, maar helaas moeten we wachten tot een goederentrein voorbij is gereden. Maar liefst 110 wagons. Niet normaal meer. We stonden dus een tijdje stil.

In Banff bezoeken we eerst de Bow Falls, een brede lage waterval. Het is nog erg rustig hier. We maken een paar foto’s en gaan dan langs de golfbaan naar de Bow River om onze moorkop, voor wat er nog van over is, op te eten. We hebben de auto bij het water geparkeerd. We hebben prachtig uitzicht op de bergen aan de overkant van de rivier. Een eekhoorn is erg nieuwsgierig wat we aan het doen zijn en komt een stuk van de overheerlijke moorkop halen. Hij gaat op een tak in een boom de lekkernij verorberen.

We rijden dan via de Bow Valley Parkway naar Johnston Canyon Falls. We gaan daar de prachtige wandeling naar de upper en lower falls maken. Het is in het begin naar de lower falls erg druk, maar als we naar de upper falls lopen is het wat rustiger. De temperatuur is heerlijk. De zon laat zich goed zien tot op heden. Op de heenweg is het flink klimmen geblazen. Maar de terugweg is daarom een eitje. We lopen zeker anderhalf uur en genieten van de prachtige omgeving. Bij het eindpunt drinken we in het restaurant een bakkie en om 13.30 uur rijden we weer verder over de Bow Valley Parkway.

En ja hoor, weer is het raak.In de bergen zien we een moeder beer met twee cubs (nr.10 t/m 12). Het is geweldig om te zien. En als we weer verder rijden lopen er twee jonge mule deers langs de kant van de weg.

We rijden via Banff naar de Three Vermillion Lakes. Het is inmiddels gaan regenen en het is behoorlijk fris. We hebben echt een beetje de pest erin. We lunchen in de auto bij de lakes. Het is inmiddels al 14.30 uur. Uit de luidsprekers van de auto klinken de weemoedige tonen van Pussycat met Mississippi. En op het ritme van de ruitenwissers dansen de jongens mee. Halve garen.

Dan rijden we naar Two Jack Lake en Johnsson Lake. Het is droog en een waterig zonnetje komt te voorschijn. We zitten op een bankje van de zon te genieten. En dan besluiten we een stuk te gaan lopen. Maar als we onder elektriciteitskabels door moeten lopen, houden we het voor gezien. Het lijkt wel of we in een industriegebied aan het wandelen zijn in plaats van een natuurgebied.

Onze volgende stop zijn de Hoodoos. We klimmen naar boven en hebben een prachtig uitzicht op deze rare natuurverschijnselen. In de verte zien we Banff liggen met het majestueuze Banff Spring Hotel. Het is hier heerlijk. We hangen hier een klein half uurtje, genieten van het prachtige uitzicht maar bovenal van de zon. Als we genoeg hebben genoten rijden we weer naar Banff voor ijs.

In Banff parkeren we de auto en lopen door het gezellige stadje. De zon schijnt nog steeds en dit versterkt ons vakantiegevoel. Life is good. We gaan op zoek naar de ijstent die we een aantal jaar gelden ook hebben gezocht en waar we goede herinneringen aan hebben. Ja hoor, Cow hebben we zo gevonden. De wafels en ijshoorns worden hier vers gebakken. Als we goed gemutst met onze lekkernij naar buiten lopen, begint het weer te spetteren. Gadver, houdt het dan nooit op?

We zijn de regen zat en gaan weer naar de auto. Inmiddels is het 17.45 uur en besluiten we naar Canmore naar ons hotel te gaan. We zetten de spullen op de kamer en gaan dan naar Safeway voor ons diner.

We scheppen allerlei warme Chinese heerlijkheden in ons eigen bakje en rekenen snel af en gaan weer naar ons hotel. Op de kamer smikkelen we van alles. Veel te veel opgeschept natuurlijk. Daarna drinken we een bakkie, nemen de dag van morgen door en dan is het tijd om te slapen.

Vrijdag 15 juli 2011

Na ons bezoek aan Safeway en het tankstation zetten we koers richting de Verenigde Staten. Om 08.25 uur rijden we richting Calgary. We zien op een thermometer dat het maar 13 graden is, niet al te warm dus. Maar als we Highway 1 blijven volgen, wordt het steeds onbewolkter. Yes sun, we are coming. Het is heerlijk rustig op deze snelweg en we schieten lekker op zo.

Als we bij Calgary aankomen zien we the Olympic Places voor ons liggen. Drie skischansen, duizelingwekkend hoog en de bobsleebaan liggen in vol ornaat voor ons. De schaatsbaan waar Yvonne van Gennip in 1988 drie gouden medailles won kunnen we niet zo snel ontdekken. Waarschijnlijk ligt deze in een ander gedeelte van Calgary.

Het park wordt nu gebruikt als pretpark. Er zijn mountainbikebanen aangelegd en we zien heel veel kinderen hier gebruik van maken. Het ligt er ook prachtig bij. Ook staat naast de ingang het ereschavot waar de nummers een, twee en drie op worden gehuldigd. Wij hadden onze eigen nummers een, twee en drie.

Om 09.45 uur rijden we weer verder. Het is vreselijk slecht weer. Op een moment passeert ons een politieauto met daarachter een lijkwagen. En je wil niet weten hoeveel volgwagens met knipperlichten achter deze wagen aanreden. Volgens mij liep een heel dorp uit.

Om 12.45 uur zijn we in Cardstone, een indianendorp. Hier lunchen we op een parkeerplaats. Het is een armoedig dorp. Na een kwartiertje rijden we het dorp in op zoek naar een toilet. Die vinden we in een fastfoodrestaurant. Wat een ongure stad is dit. Ik ben blij dat we deze snel achter ons laten.

Om 13.30 uur zijn we bij de Amerikaanse grens. We moeten de paspoorten inleveren en naar binnen komen om het groene waiver formulier in te vullen. We laten een vingerafdruk maken en een foto en per persoon moeten we $ 6,00 aftikken. Alles neemt een half uur in beslag. Dat valt dus mee. Om 14.00 uur zijn we al weer onderweg. Na drie kwartier zijn we bij St. Mary om de Going to the Sun road te volgen. Weer is het bewolkt en het is echt steenkoud.

Voor we de mooie weg gaan betreden gaan we in een toeristische winkel nog even het toilet opzoeken. Dan kan de mooie rit aanvangen. We betreden het Glacier Park en schaffen een weekkaart aan.

Onze eerste stop is bij Wild Goose Island. Midden in het meer ligt een klein prachtig eilandje. Een echt fotomoment dus. Dan rijden we naar Baring Falls. We lopen een halve kilometer naar beneden, maar dan moet je natuurlijk ook weer naar boven. De waterval is niet echt spectaculair. Maar we zijn blij dat we deze ook hebben gezien. Heen en terug kwamen we hetzelfde hert tegen. Dat beest liep echt met ons mee. Heel tam. Er staat een flinke wind en af en toe schijnt nu de zon. En van het klimmen krijg je het dan echt bloedheet.

Dan rijden we naar Jackson Glacier. Deze prachtige gletsjer ligt in hele donkere wolken. De sneeuw bij deze gletsjer is echt helemaal vies geworden. Bij viewpoint Logan Pass stoppen we om foto’s en een filmpje te maken van het prachtige uitzicht. Het is echt jammer dat het zo zwaar bewolkt is. Het ziet er grauw uit allemaal. De weg wordt omgeven door een huizenhoge muur van sneeuw. Het moet een heidens karwei geweest zijn om de weg sneeuwvrij te maken. De hele winter is de weg gesloten.

Op de Logan Pass wordt ook druk aan de weg gewerkt. Er is daarom op een groot gedeelte van de weg maar een rijbaan beschikbaar. Met stoplichten wordt het verkeer geregeld. Als we dan na lang wachten eindelijk mogen rijden, zien we na een tijdje eindelijk de witte mountain goats waar we al een hele tijd naar op zoek waren. Chris stopt de auto en we maken snel een paar foto’s en filmpjes van deze prachtige dieren. Op foto’s op kaarten en in boeken zijn deze geiten spierwit. Maar niet deze geiten. Zij zijn in de rui en zitten onder de modder. We houden het verkeer natuurlijk vreselijk op. Maar dat moet men ons maar vergeven. Er komt geen eind aan deze prachtige weg. We stoppen een paar keer om te genieten van de vergezichten en maken veel foto’s. We komen een paar keer een oude rode bus tegen die toeristen vervoerd. Deze bus pas echt bij de geweldige omgeving.

Om 19.00 uur zijn we in Apgar Village waar onze lodge voor de komende nacht staat. We checken in en dan kom ik er achter dat mijn creditcard in geen velden en wegen te bekennen is. Overal gezocht maar ik moet deze al op Vancouver Island kwijtgeraakt zijn. Dat is de enige plek waar ik mijn creditcard heb gebruikt. Door het gehaast met het boeken van de whalewatching is deze op welke manier dan ook kwijtgeraakt. Balen dus. We lezen bij de receptie dat de mooie weg pas sinds 1 juli open is gesteld voor het publiek. Wat een mazzel hebben wij. Dat verklaart de bergen sneeuw langs de weg.

We brengen de spullen naar onze lodge. De achterkant van de lodge heeft een heel groot raam met een prachtig uitzicht op de kreek. We hopen na het eten aan de overkant van de kreek beren te zien. We eten bij Eddies, een restaurant in het kleine centrumpje van Apgar Village, Het is trouwens het enige restaurant in Apgar Village.

Na het eten gaan we onze kamers opzoeken. De lucht is nu helemaal blauw en het toont ineens veel gezelliger allemaal. We zitten met onze kleine lodges op een rij met uitzicht op de kreek. Onze kamer is klein maar erg knus. Echt super. Inmiddels is het 20.15 uur en de jongens gaan wijn halen. We maken nog een korte wandeling door het prachtige park en nemen een kijkje bij het meer. We drinken nog wat en kijken dan al weer uit naar de dag van morgen.

Zaterdag 16 juli 2011

We zijn al weer vroeg wakker. En is het je eigen lief niet die snurkt. Word je wel wakker van het snurken van de buurman. De muren zijn hier behoorlijk dun. We ontbijten in de kamer, halen ijs voor de koelbox, laden de auto in en rijden naar Fisher Creek voor de Rock Pond Trail. Deze trail is 1,1 mile. Terug hebben we in eerste instantie een verkeerde route genomen, maar al snel hebben we het juiste pad weer gevonden en zijn we zo weer bij de auto.

We rijden om 10.15 uur weer terug naar het centrum naar de photo-shop. Dit is de enige plek in het park waar een internetverbinding is. Ik moet weten hoe ik mijn creditcard moet blokkeren. Op de website van ING vind ik een telefoonnummer. Maar dat telefoonnummer doet het niet. We facetimen naar Celeste, maar al snel zijn de gekochte internetminuten voorbij. Later bellen we haar en geven de gegevens door en zij zorgt voor blokkeren van mijn creditcard. Later horen wij dat er niets ten onrechte is afgeboekt. Gelukkig maar. Waar dat ding is gebleven zal altijd wel een raadsel blijven.

We drinken nog een bakkie in West Glacier met cheesecake, brownies en een tuna sandwich en gaan dan richting Polson voor de National Bison Range. Inmiddels is het al 11.45 uur.

In Polson doen we bij Safeway boodschappen en halen we bij uncle Mc een ijsje. Dan gaan we op zoek naar de Bison Range. Na veel zoeken (jeetje wat zijn de wegen in Amerika ook eindeloos), vragen en lang rijden komen we bij de Range aan. Bij de balie kopen we een kaart en dan gaan we op pad om de scenic drive van 19 mile te doen. Direct bij de ingang zien we al twee bizons liggen. Dus fotomoment. Wat een gevaarten zijn dat zeg en lelijk zijn ze ook. De beesten zijn in de rui. Verruilen hun wintervacht voor een zomerjas. We rijden weer verder door de hoge bergen over de ongeplaveide wegen.

We hebben prachtig uitzicht over de omgeving. We zien vooralsnog niet veel bizons. Helaas ging het ook nog regenen. Gadver, erg ongezellig. Vooralsnog zien we meer herten dan bizons. Op een moment staan er twee bizons op de weg. Ja dat is spannend. Zo, wat zijn deze beesten groot! We rijden weer verder. In de verte zien we boven op een berg nog een paar bizons lopen. En dan zijn we na twee uurtjes al weer bij de uitgang van de Range. Jeetje zeg, wat een tegenvaller.

Bij de receptie vragen we hoeveel bizons er nou vertoeven in het park. De mevrouw vertelde ons dat er zeker vierhonderd van deze beesten rondlopen. Ja hoor, wie dat gelooft krijgt een vliegtuig. De hele kudde is zeker op stap voor een bedrijfsuitje dan.

Om 18.00 uur gaan we op zoek naar ons hotel in Missoula. Daar arriveren we om 19.15 uur. We maken op onze kamer een buffetje, drinken koffie, keuvelen nog wat en dan is er al weer een dag voorbij.

Zondag 17 juli 2011

Om 07.30 uur zijn we al op weg naar Yellowstone. Chris gooit de tank vol en Jon wast de ramen van de auto. Het is a very blue sky. Jippie. Het is een vreselijk eind rijden. Maar het feit dat we zo in Yellowstone zijn, maakt een hoop goed. Ondanks dat de lucht mooi blauw is, is het toch nog fris buiten. We stoppen een paar maal onderweg.

In Bozeman doen we nog wat boodschappen bij de Walmart. We hebben er in de loop van jaren heel wat gezien, maar deze is zo groot. Echt niet normaal meer. We nemen ook een soort donutachtige taartjes, erg lekker. Om 12.00 uur rijden we weer verder. Buiten is het inmiddels bloedheet en dat is dan de allereerste keer tijdens deze vakantie.

We tanken nog een keer in Livingstone om er zeker van te zijn dat we in Yellowstone genoeg benzine hebben. We weten niet zeker of daar benzinepompen zijn. Onder weg naar de ingang van Yellowstone, Gardenir, komen we twee dode herten tegen op de weg. Ach, wat zielig zeg. Om 13.45 uur rijden we eindelijk in Gardenir de poort naar het allermooiste park (vind ik) door. Ook is het nog steeds prachtig weer. Je krijgt uiteindelijk wat je toekomt.

Als we het park inrijden gaan we eerste lunchen. We pakken de eerste vrije picknicktafel die we zien en stallen onze spullen uit. Direct al komt er vlakbij onze tafel een hert grazen. Wat een gezelligheid. Na de lunch gaan we onze eerste bezienswaardigheid bezoeken, Mammoth Hotsprings. Maar helaas, dat bedachten ik weet niet hoeveel andere toeristen ook. Wat een drukte. Ternauwernood vinden we een plaats voor de auto en dan begeven we ons met tig andere mensen op de boardwalk voor een wandeling naar het natuurschoon.

Ik heb eigenlijk vreselijk de pest in. Ik had nooit verwacht dat het zo vreselijk druk zou zijn. Ik hoop dat het in de rest van het park wat minder bedrijvigheid heerst. We lopen een klein uurtje bij de Hotsprings. Pfft, wat is het heet. Maar we moeten niet zeuren. Hier hebben we al lang op gewacht, maar we zijn dit weer niet meer gewend. Als we uitgekeken zijn gaan we weer naar de auto en rijden verder. We stoppen dan bij een meadow. Wat een verandering van landschap. Dan gaan we naar Sheepeater Cliff. Vreemde rotsen bij een stromend riviertje. Van boven af zien we in de verte een grote roedel herten staan. Met mijn fototoestel kan ik de kudde heel dichtbij halen. Geweldig. We rijden weer verder en zien dan een bizon in het zand liggen en even verderop weer een.

We stoppen bij Norris Geyser Basin voor een Boardwalk trail langs de poelen en geisers. Jeetje zeg, wat is het hier mooi. Er komt geen eind aan de wandeling. Maar wat een ervaring. We zijn pas om 19.00 uur weer bij de auto. We rijden snel naar ons hotel in West-Yellowstone. We hebben inmiddels honger gekregen. Als we bij de west uitgang van het park komen is het al 19.30 uur. We rijden zo het stadje in. We vinden ons hotel snel, checken in, dumpen de spullen in de kamers en gaan dan op zoek naar een restaurant.

We vinden een chinees restaurant. Het is hier erg druk, dus het zal wel goed zijn. We krijgen een tafeltje en kiezen overheerlijke gerechten uit. Zo dat smaakte na de geweldige wandelingen van vandaag. We lopen nog even door het gezellige stadje en halen dan een homemade icecream. Wow, what a great day was it today. Ik heb Yellowstone nu al in mijn hart gesloten. En we mogen nog een aantal dagen.

Maandag 18 juli 2011

Om 08.00 uur halen we boodschappen en rijden dan het park weer in. Bij Madison River gaan we ontbijten. Aan de overkant van de rivier grazen de herten in het zonlicht. Er zijn hier wel veel muggen, da’s balen. Dan gaan we naar Gibbon Falls. Vanaf de parkeerplaats hebben we een prachtig uitzicht over de waterval.

De volgende stop is bij Paint Artist, rare poeltjes in allerlei kleuren. Maar de aller gekste was toch wel het poeltje dat modder spoot. Bizar om te zien. Als we onze weg weer vervolgen zien we bij Norris Meadows een bizon langs de kant van de weg liggen. Heel relaxt ligt dat beest van het zonnetje te genieten, net als wij.

We gaan de Canyon of the lower falls trail lopen. Nou low is deze beslist. En beneden ben je ook zo. We genieten van het prachtige uitzicht op de waterval in deze machtige canyon. Maar ja. Als je dan helemaal beneden bent, moet je ook weer helemaal naar boven. En dat is andere koek. Het is flink klimmen geblazen. En ondanks dat de zon achter de wolken is verdwenen is het flink zweten. Oh nee toch, af en toe voelen we druppels. Het zal toch niet waar zijn? Maar gelukkig zet de regen niet door. Als we eenmaal boven zijn, zijn we nog niet op de parkeerplaats waar onze auto staat. De jongens lopen naar de parkeerplaats en halen de auto op. Carla en ik voelen ons van koninklijke bloede.

We rijden naar Norris en ja hoor. Eindelijk zien we een staande bizon. We maken snel een foto. Dan rijden we naar Ice Lake om daar een korte trail te lopen. De zon is inmiddels weer doorgekomen en het is bloedheet. We zijn er al snel, maar het meer stelt niet zoveel voor. We stappen weer in de auto en om 13.15 uur rijden we naar Norris om te lunchen. We vinden een geweldige picknickplaats, maar helaas sterft het hier van de muggen. Gek worden we ervan. We zijn dan ook na een klein half uur weer vertrokken.

En als we net rijden zien we een deer met een enorm gewei in een meadow staan. Wow, wat gigantisch. We stoppen bij de Firehole River met de Firehole Fall. Op de parkeerplaats zit in de rotsen een squirrel. Hij gaat poseren als ik een foto van hem wil maken. Erg grappig. En dan zien we ineens in de lucht een typisch natuurverschijnsel. Het is geen regenboog. Maar in de lucht zijn vegen te zien in vele kleuren. Erg typisch.

Even verderop stroomt de Firehole River. We gaan daar een kijkje nemen. Bij het water ligt een poeltje te borrelen. Het water van de rivier is ijskoud. Het water van het poeltje is op het kookpunt. Over de rand van het poeltje stroomt het hete water de rivier in. Erg gek om te zien. Later zien we mensen in de rivier zwemmen. Bij het poeltje schijnt het erg aangenaam te zijn. Ja, dat kan ik mij voorstellen.

We lopen nog een trail van 0,8 mile bij de Faithfull Lower Geyser Basin. Hier zijn mooie kleurrijke geisers te zien. Het is erg warm, ten eerste door de zon en ten tweede omdat de geisers een warmte afgeven. Niet normaal meer.

Dan rijden we over de Firehole Lake Drive en dan gaan we wachten om de  Grand Geyser te zien spuiten. We wachten wel twintig minuten, maar ons wachten wordt beloond. Jeetje zeg, wat een geweldig natuurverschijnsel. De geiser spuit als een idioot. Er lijkt  geen einde aan te komen. Met het spuiten komt ik weet niet hoeveel stoom vrij. De wind staat onze kant op. Dus je kleding heeft gelijk een stomerijtje meegepikt. Gratis en voor nop. Het is hier nu echt bloedheet, terwijl het water wat weggespoten wordt koud is. Hmm, hoe dit mogelijk is weten we geen van allen.

We rijden weer verder en zien aan de kant van de weg allemaal auto’s staan. Wildlife dus. We zien in de verte vreemde vogels. En dan bedoel ik echt gekke beesten. We hebben ze op de foto, maar kunnen ze niet echt thuisbrengen.

En toen werd het tijd voor DE toeristische attractie van Yellowstone, Old Faithfull. Deze geiser spuit elke dag op ongeveer dezelfde tijdstippen. We zetten de auto op de immense parkeerplaats en besluiten eerst een ijsje te kopen. Het is hier beredruk. Om de geiser heen zijn bankjes gebouwd en die zitten helemaal vol. Alsof je bij een attractie in Disneyland zit. Gadver, wat een mensenmassa. Als we de winkel instappen, horen we dat de geiser over tien minuten gaat spuiten. Dan maar na deze attractie ijs halen. We lopen naar het circus en als we net staan begint de geiser te rommelen en te pruttelen. En ja hoor daar komt met een enorme kracht het kokende water omhoog gespoten. En net als ik denk dat het een goed moment is voor foto’s en filmpjes, is het alweer afgelopen. Wat een desillusie. Andere geisers vonden wij beslist mooier. De mensenmassa zette zich weer in beweging, we konden er zeker van zijn dat dit alles was.

We stapten in onze auto en reden naar onze verblijfplaats, West-Yellowstone. Onderweg zien we nog twee herten staan. We besloten bij McDonalds een hapje te eten. Als we de maaltijd hebben verorberd, gaan we naar ons hotel.

Dinsdag 19 juli 2011

We hebben de auto weer volgeladen. Vandaag verkassen we naar Grand Teton. We doen boodschappen, gooien de tank vol en dan is het pas acht uur. We ontbijten weer in het park. Wow, dit is pas vakantie. Ondanks het overvloedige programma hebben we het nog steeds naar onze zin. Wat zeg ik, we genieten met volle teugen. Ik raak steeds meer gefascineerd door dit fantastische park. En ik weet bijna zeker dat ik hier ooit nog eens terug moet komen.

Langs een riviertje zien we een roedel herten staan. Een aantal steekt het water over. Wat een imposante vertoning is dit. Als we weer verder rijden zien we een bald eagle vliegen. Dat zijn ook al fantastische beesten. Je hebt hier het gevoel in een dierentuin te rijden waar alle dieren zijn ontsnapt. Maar waar blijft Yogi Bear nou?

De volgende stop is bij de Midway Geyser Bsin om onder andere de Grand Prismatic Spring te bekijken. Echt, dit is de allermooiste poel van heel Yellowstone. Het woord zegt het natuurlijk al. Wat een kleuren, een onwerkelijke vertoning. We krijgen hier geen genoeg van en zijn hier niet weg te slaan .

Maar om 10.10 uur vinden we het genoeg geweest en gaan we naar de Fairy Falls voor een korte trail. We lopen de brug over en vervolgen onze weg langs een riviertje. Plots zien we het karkas van wat eens een bizon geweest is liggen. Helemaal weggevreten door, denken we, de roofvogels. Alleen de kop is nog met haar begroeid. Her en der liggen afgerukte poten. Very scarry. Boven ons vliegt nog een bald eagle, waarschijnlijk om te kijken of er nog wat te halen valt. Tja, zo is het leven natuurlijk ook in Yellowstone. The circle of life.

Als we weer een stukje hebben gereden, komen we bij Black Sand Basin. Ook hier hele mooie geisers en poelen. De mooiste hier vind ik de Emerald Pool, een hel blauwe poel. We maken ook een korte stop bij Lewiss Falls. En in de verte zien we de mountains van het Park Grand Teton liggen. En de Grand Teton, zien we er met kop en schouders boven uitsteken.

Om 13.00 uur laten we Yellowstone achter ons liggen en rijden we Grand Teton binnen. Het is nu zwaar bewolkt. We lunchen aan het Jackson Lake en zien de vele besneeuwde toppen van de bergen aan de overkant van het meer. Dan rijden we naar een volgende parkeerplaats. Hier willen we een stukje wandelen. Maar met linten zijn alle paden afgezet. Er schijnen beren met cubs te zitten. En om die niet te storen mogen we het gebied niet in. Met een verrekijker ga ik loeren of ik een van die beesten zie. Maar helaas. Geen een.

We rijden nu naar Jackson Lake Dam and Reservoir. Een geweldige brede dam stuwt het water uit het meer zo de rivier in. Wat een waterpartij, echt niet te geloven. We lopen over de dam heen en dan beslissen we naar Jackson te rijden voor ons onderkomen van de komende nacht. Constant hebben we uitzicht op Grand Teton. Een geweldig gezicht.

Al snel zijn we in Jackson Hole. Het is een schattig cowboy-achtig stadje. Met vele leuke winkeltjes. We halen een milkshake bij McDonald en bekijken op de iPad de mail. Om 17.10 uur gaan we naar ons hotel. Die hebben we al snel gevonden. We checken in en brengen de spullen naar boven. In de tussentijd gaat het vreselijk waaien en we vrezen het ergste.

Dan is het tijd om te eten. We stappen de auto weer in en gaan naar Downtown op zoek naar een eettent. Het is hier erg gezellig met veel bedrijvigheid. En daarom vinden we niet een, twee, drie een restaurant met plaats voor vier personen. Alles zit vol. En dan gaat het ook niet regenen en is het vreselijk koud. We besluiten om maar een stukje terug te rijden richting ons hotel. Wellicht vinden we daar een eettent.

We vinden een cowboyachtig restaurant. Tenminste aan de buitenkant. Als we binnenstappen, nadat Jon de kaart uit het restaurant heeft gehaald en de dames deze hebben goedgekeurd, stappen we het etablissement binnen. Het lijkt wel een voetbalkantine. Het is ook hier erg druk. Maar het eten is formidabel. Carla en ik bestellen baby rack ribs. Je denkt dan aan een klein stukje vlees. Maar niets is minder waar. De lap vlees stak aan weerzijde van het gigantische bord een flink stuk uit. Jammie.

Na deze overvloedige maaltijd besluiten we het stadje nogmaals met een bezoek te vereren. We zetten de auto op een parkeerplek langs de kant van de weg. Inmiddels is het gelukkig droog. De meeste winkeltjes zijn nog open. Erg toeristisch allemaal met heel veel kitsch. We lopen langs een bank met een betaalautomaat en telkens komen er twee briefjes van $ 20 uit en deze worden dan ook weer ingeslikt. We kijken om ons heen of we iemand zien, maar dat is niet het geval. We besluiten de briefjes eruit te halen en in een brievenbus van de bank te deponeren. Maar geen brievenbus te bekennen. Tja en dan zie je op de hoek van de straat een geweldige ijswinkel. We besluiten om de briefjes maar in te wisselen voor ijs. Hmm. Erg lekker. We rijden weer naar ons hotel en daar nemen we een afzakkertje.

Woensdag 20 juli 2011

Om 08.00 uur rijden we naar Albertson om boodschappen te doen. We halen lekker vers stokbrood. Natuurlijk weten we dat het brood in andere landen anders is dan bij ons in Nederland, maar hier was geen doorkomen aan. Wat een oude troep. We hadden drie stokbroden aangeschaft en de jongens besloten deze dingen om te ruilen en met verse broden terug te komen. En dat was ook het geval. Het geld van de broden wordt teruggestort op onze creditcard rekening. Deze stokbroden waren lekker zacht van binnen. Maar ook deze broden kregen we niet weg. Tja en als je dan op de verpakking leest: “Bake off at home”, weten we zeker dat we de mannen niet meer om een boodschap hoeven te sturen. Ook deze broden belandden in de prullenbak en we vulden onze magen met crackers. Wat een toestand op deze vroege morgen. Alhoewel, het is al 09.15 uur. Hoogste tijd om te vertrekken dus.

We rijden richting Yellowstone waar we ons al weer op verheugen. Eerst stoppen we bij de Lower Schwabacher Landing, daarvoor moeten we wel een eindje over een dirt road, een ongeplaveide weg. Niet echt goed voor de auto, maar het uitzicht is formidabel. Grand Teton weerkaatst in de Snake River die voor ons loopt. Helaas is het water niet windstil, maar het is echt fantastisch.

We stoppen nog een paar maal bij verschillende uitkijkpunten en bij de Elk Ranch Flats Turnout zien we in de verte een kudde bizons. Helaas te ver om ze goed op de foto te krijgen. Dan rijden we naar Oxbow Bend Turnout, een ideaal leefgebied voor bevers, otters, muskusratten en vissen. Maar ten tijde van ons bezoek niets van dat alles. Wel vloog een bald eagle over ons heen, tenminste dat dachten we. Op de foto’s zien we dat het een pelikaan is. We hebben ook hier een prachtig uitzicht.

Om 12.30 uur rijden we Yellowstone al weer in. Direct heb ik een gevoel thuis te komen. Dit park raakt mij op een of andere manier, ik kan het niet goed beschrijven. Het is zo een prachtig natuurgebied. De lucht is helderblauw, maar door de wind is het fris. Sta je daarentegen weer uit de wind, dan is het bloedheet.

Chris wil een tijdje stoppen met rijden. Hij blijft in de auto als wij met z’n drieën naar de overkant van de Lewis Falls lopen. We gaan daar op een boomstronk zitten geniet van het uitzicht aan de overkant van de rivier. We lunchen daar ook. Om 13.20 uur rijden we verder.

We stoppen bij West Thumb Geyser basin en lopen daar een boardwalktrail langs de geisers en het Yellowstone Lake. Zelfs in het meer zijn kleine poelen. Het is echt heel erg mooi. Als we op de parkeerplaats van de auto komen, zie ik dat we hiervandaan de Duck Lake Trail kunnen lopen. We steken de weg over en beginnen aan onze volgende wandeling. Een korte trail van een half uurtje dit keer naar Duck Lake. We lopen door de bossen en eigenlijk is het saai. We moeten ook nog wat klimmen en dan ineens duikt Duck Lake voor ons op. Het meertje ligt er schitterend bij. We hangen een beetje, maar wij zijn snel uitgekeken en we besluiten om de auto weer op te zoeken. Het is nu ook behoorlijk warm geworden.

Om 15.15 uur rijden we langs het Yellowstone Lake. We stoppen bij een pier in het meer. En als we de pier op willen stappen, zien we een bald eagle vliegen. Een echte dit keer. Hij vliegt twee maal over ons heen. Prachtig. We lopen een stuk de pier op. Een erg raar verschijnsel.

We rijden naar Bridge Bay, een haven waar bootjes gehuurd kunnen worden om een scenic drive te doen. Er waait een koude wind en ons lijkt het geen pretje nu een boottocht te maken. Om 16.20 rijden we richting Hayden Valley en daar zagen we wat we eigenlijk wilden zien. Een kudde bizons.

Er kwam ons al heel erg veel verkeer tegemoet en we vermoedden dat er iets gebeurd was. Wow, dit was echt geweldig. Zeker wel honderd, of misschien nog wel meer, bizons liepen te grazen. Sommige met een jong. We zijn uit de auto gestapt, achterin de lange rij. Chris bleef in de auto zitten en later besloot hij door te rijden. De bizons komen nu wel akelig dichtbij en uit het niets verschijnen twee rangers die iedereen verzoeken de auto’s weer in te gaan. De bizons steken de weg over. Ook wij moeten de auto in van de rangers. Maar onze auto staat nu dus aan de andere kant van de kudde. En nu? We besloten maar achter een auto te gaan staan wachten tot het gevaar geweken was. Spannend and I love it.

Als we de auto weer hebben opgezocht rijden we naar Sulphur Caldron, een modderpoel. Vanaf de parkeerplaats hebben we in de diepte uitzicht op deze gekke poelen. In de verte zien we een roedel herten staan. We rijden weer verder en zien dan opeens ik weet niet hoeveel mensen met verrekijkers de verte inkijken. Wij natuurlijk ook. We zagen echter niets. We steken ons licht op bij een van de andere toeristen en krijgen dan te horen dat er mogelijk een aantal wolven met kleintjes de bossen uit kunnen komen om te eten. Tja en wanneer en hoe laat, dat kon men niet zeggen. En misschien zou het helemaal niet gebeuren. Nou hier gaan we niet op wachten.

We rijden verder naar de South Rim van de Grand Canyon naar de Upper Falls. Van bovenaf hebben we prachtig uitzicht op de waterval. Toch vonden we het uitzicht aan de andere kant mooier. Maar ja, toen hadden we ook wel een flinke tippel naar beneden gemaakt en niet te vergeten naar boven natuurlijk, pfft pfft.

Het werd tijd om ons onderkomen voor de komende nacht op te zoeken, Canyon Village. Deze locatie is veel gevraagd en had ik al in september 2010 geboekt. We zijn er al snel en checken dan in. We worden hier zeer correct geholpen en als we de sleutel in ontvangst hebben genomen, gaan we op zoek naar onze cabin. Het is een groot complex. Het ziet er allemaal gezellig uit. Als we de auto hebben uitgeladen, gaan we eten.

In het restaurant  is het erg druk. We krijgen een apparaat mee, waarmee we opgeroepen worden als onze tafel gereed is. We gaan maar even shoppen. We moeten nog steeds een souvenir van deze vakantie aanschaffen voor in het rekwisietenkastje. Dat begint trouwens al aardig vol te raken. We kopen allebei een glas met daarop een bizon van steen. Tja, deze beesten hebben ons, op de beren na natuurlijk, het meest gefascineerd tijdens deze rondreis.

We lopen weer terug naar het restaurant en al snel worden we opgepiept. Het eten is overheerlijk en na het eten halen we nog een ijsje in het kleine winkelcentrum. Om 21.45 uur zijn we weer op de kamer en gaan we de prachtige foto’s van vandaag bekijken.

Donderdag 21 juli 2011

Om 08.00 uur hebben we de auto al weer ingeladen en rijden we richting Tower-Roosevelt. We komen schitterende valleien tegen met kleurrijke meadows. Wow, dit gebied is weer totaal anders dan de andere delen van Yellowstone. Wat een veelzijdig park is dit toch. In dit gebied schijnen heel veel grizzly’s te zitten. Behalve dan als wij er zijn. We kregen er geen een te zien tijdens deze vakantie. Als we bij een van de geweldige uitkijkpunten zijn gestopt een foto’s te maken komt een soort marmot te voorschijn. Erg grappig beestje.

We stoppen bij de Tower Falls Overlook en maken daar een wandeling en lopen door tot Hanging Valley. We hebben als we helemaal beneden zijn uitzicht op een prachtige waterval.

De rivier stort met een donderend geraas naar beneden. Prachtig. Als we weer boven zijn gekomen, halen we een bakkie koffie. Even bijkomen voor we verder gaan.

We rijden dan naar Lamar Valley, de Serengetti van Yellowstone. Hier schijnen in het grote open veld tal van beesten rond te lopen. En dat was dan ook het geval. We zien veel herten en bizons. Op een parkeerplaats stoppen we en zien dan veel mensen op stoeltjes met een verrekijker in de aanslag gericht op een boom met een nest van een bald eagle. Moeder eagle past op haar enige jong en vader eagle houdt de wacht vanaf een andere boom. We lopen natuurlijk steeds dichterbij om dit schouwspel goed te kunnen zien. Maar daar steekt vader eagle een stokje voor. Op een moment komt hij op ons afgevlogen, maar ver voor ons duikt hij naar beneden. Hij heeft ons gewaarschuwd en wij hebben hem begrepen. Wegwezen dus. Dit was ook weer geweldig om te zien.

Als we weer verder zijn gereden willen we naar de rivier lopen, maar het sterft hier van de vliegen en die prikken vreselijk. Via een omweg komen we toch bij de Lamar river en dan zien we twee bizons de rivier oversteken. De ene bizon wacht aan de kant van het water tot de eerste veilig de overkant heeft bereikt, en dan waagt hij of zij zich er ook aan. Wat een schouwspel.

We stappen weer de auto in en vervolgen onze weg. En dan is er commotie op de weg. Vele auto’s staan in de berm en iedereen tuurt door zijn verrekijker. Behalve bizons kunnen we niets ontdekken. Tussen de bizons schijnt een zwarte beer te lopen. Wij zien hem in ieder geval niet. We rijden dan maar weer verder.

We moeten het park via de noordkant weer verlaten. Omkeren dus. Als we net weer op weg zijn, rennen er drie pronghorns van de berg af, zo voor onze stilstaande auto langs. Jeetje, wat een machtig gezicht is dit. We kunnen maar geen genoeg krijgen van dit park. Maar helaas, vandaag moeten we Yellowstone echt achter ons laten. Erg jammer, maar ik weet zeker dat ik hier ooit nog een keer wil  terugkomen.

We rijden richting Mammoth Hotsprings om via de noord ingang het park te verlaten. We lunchen nog even in de Lamar Valley en dan moeten we echt vertrekken. En als we bijna bij de uitgang zijn, zien we op de valreep een zwarte beer. Ja hoor, zonder twijfel, dit is Yogi Bear, he is still alive. Naar hem verlangde ik al een tijdje en mijn verlangens worden toch nog beloond. We nemen nog wat foto’s van deze mooie beer en dan stappen we helemaal door het dolle heen weer in de auto.

We komen toch nog een mooie waterval tegen, Undine Falls. Een geweldige waterval met drie trappen boven elkaar. We gaan voor de laatste keer in Yellowstone van het uitzicht genieten. Het is bloedheet. En dan is het 14.00 uur en nemen we voorgoed afscheid van dit prachtige National Park. Het doet mij echt pijn dit wonderschone landschap te moeten verlaten. De lange reis naar Great Falls kan beginnen.

We rijden via Bozeman – Helena naar Great Falls. Bij Bozeman gaan we bij McDonalds een overheerlijke milkshake halen. Terwijl wij zitten te genieten krijg ik een sms’je van Celeste en Marsha belt. Ze zijn ongerust. We hebben twee dagen geen internet gehad in Yellowstone en daarom heb ik geen verslagen kunnen plaatsen op mijn website. Lief toch. Na een half uurtje van de zon en de lekkernij te hebben genoten gaan we weer verder. De weg is lang, maar dat wisten we van tevoren. We stoppen meerdere malen om onze benen te strekken. Om 19.30 uur zijn we in ons hotel.

We checken in, brengen de spullen naar de kamer en gaan dan naar het winkelcentrum op de hoek voor een foodcourt, Maar helaas geen foodcourt. Dan gaan we naar de Pizzahut voor overheerlijke pizza’s. Om 21.50 uur zijn we weer op de kamer.

Vrijdag 22 juli 2011

Als de auto is ingeladen, checken we uit en gaan we op zoek naar een supermarkt. We gooien de tank vol en na de boodschappen eten we op de parkeerplaats. Het is een hele grote parkeerplaats, zeker wel voor duizend auto’s en omdat het nog zo vroeg is, is er bijna geen auto te bekennen. En wat doet Chris, die zet de auto precies op een plek omgeven door regenwater. Oen.

Om 09.15 uur zijn we op weg naar Waterton National Park. Het is koud en zwaar bewolkt. Onderweg krijgen we een regenbui, echt niet normaal meer. We zien alleen maar uitgestrekte velden met zeer laaghangende, donkere en zware bewolking.

We stoppen in Cutbank en eten daar onze apple turnover. Erg lekker. Dat vinden die meeuwen die om ons heen zwermen ook. Chris voert zijn vriendjes. De zon laat zich ook weer eventjes zien.

We vervolgen onze weg en stoppen bij St. Mary. We bezoeken hier nog even het toilet  Het is echt koud buiten. We hebben regen en zon en veel wind. Bah, niet het weer waar we op gerekend hadden. We rijden Glacier National Park in in de stromende regen. Als we bij de grens tussen Amerika en Canada komen, wordt Glacier NP ineens Waterton National Park. Als we op de Chief Mountain Road rijden laat Chris zijn zangkunsten aan ons horen. Het verschil met Pavarotti die luidkeels schalt uit de autoradio is niet te horen.

Het is inmiddels 13.20 uur en bij de grenspost leveren we de groene briefjes weer in. Chris heeft een geanimeerd gesprek met de douanebeambte. We lunchen net over de grens. Het is verschrikkelijk koud. Van het bord Welcome to Alberta maken we natuurlijk even een foto.

Om 13.45 uur rijden we verder de Red Rock Parkway op. We stoppen bij verschillende viewpoints. Ook hier is het weer fantastisch. En dan ziet we plotseling een beer langs de kant van de weg snuffelen. Het is een hele licht bruine jonge beer. Hij loopt pal langs onze auto. Het is echt te gek. We maken ook nu weer teveel foto’s van dit prachtige beest. We rijden een stukje op met de beer die langs de berm blijft lopen en dan ineens schiet hij of zij het bos in. Jeetje zeg, hier hadden we echt niet op gerekend. Dat was al beer nummer 13. Een geluksgetal dus voor ons.

We rijden verder naar het eindpunt van Red Rock Canyon Road. Dan keren we weer om. Het is inmiddels al 15.00 uur. Als we vijf minuten rijden zien we weer een blonde beer aan de overkant van de weg. Nummer veertien alweer. Hij loopt over een stenen muur. Wow. Chris rijdt door en verderop keert hij de auto zodat we weer aan de goede kant van de weg staan. Pal naast de beer. Het beest klimt later de geweldige meadow op. Jeminee, wat een ervaring.

Dan gaan we naar het dorp in Waterton waar ons motel staat. Het is een schattig klein hotel, Bear Mountain Motel. We zijn er om 16.00 uur, checken in en zetten de spullen op de kamer. Onze auto kan voor de kamer staan. Ideaal.

Dan gaan we weer op pad. We rijden nu de Akamina Parkway op. In de regen rijden we naar Cameron Lake. Een prachtig meer met op de achtergrond de besneeuwde bergen. Jammer dat het zwaar bewolkt is. Alles ziet er grauw en nat uit. Aan de kant van het meer liggen natuurlijk de Canadese kano’s alleen maar nat te wezen. Normaal is het hier een komen en gaan van mensen die komen varen en wandelen over en langs het meer. Nu zijn wij de enige bezoekers. Erg jammer.

Om 17.00 uur rijden we weer terug naar het motel. In het dorp lopen twee deers met twee jongen. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Eindelijk schijnt de zon en alles ziet er vrolijker uit. En wij natuurlijk ook.

Als we in het motel zijn aangekomen rommelen we wat met de koffers in dan ineens schijnt de zon. We gaan heerlijk voor de kamer in het zonnetje zitten. We hebben een prachtig uitzicht op de hoge bergen recht tegenover het motel. We komen helemaal bij van de zon.

Om 18.15 uur lopen we naar het pittoreske dorpje voor ons diner. Het ziet er geweldig uit. We vinden daar restaurant Trappers en besluiten daar te gaan eten. Dat was echt verrukkelijk. Vooral het dessert was overheerlijk. Dan gaan we terug naar onze kamer. We moeten alles inpakken want morgen is alweer onze laatste dag van een fantastische vakantie. Om 22.00 uur gaan we slapen.

Zaterdag 23 juli 2011

We hebben de wekker om 06.00 uur gezet. We vertrekken vandaag naar Calgary voor de terugreis naar Nederland. De route gaat via Pinchercreek naar Fort McLeod. Het is nog steeds ijskoud maar de lucht is onbewolkt. In het laatste stadje zoeken we een supermarkt voor broodjes. Ons ontbijt bestond deze morgen uit crackers. Nu hebben we alle vier trek. In de buurtsuper vinden we alles behalve lekker brood. We komen de winkel uit met handschoenen en een borstel voor de barbecue.

We rijden weer verder. Inmiddels is het al 09.25 uur. En dan komen we in Claresholm. Daar vinden we een supermarkt. Lekkere broodjes zijn er niet, maar wel ovenvers stokbrood. Maar helaas. Al het beleg hebben we vanmorgen weggegooid. Het wordt dus een sobere maaltijd. Droog brood met water. Lachen, gieren, brullen natuurlijk.

We rijden tot we bijna in Calgary zijn. Het is inmiddels 11.00 uur. We gaan naar een prachtig winkelcentrum en daar halen we koekjes voor in het vliegtuig en moorkoppen. Buiten eten we deze lekkernijen op. Maar als ik de helft op heb, word ik misselijk. Gadver, wat vet zijn deze dingen. De andere helft belandt in de prullenbak.

We bezoeken allerlei winkels om de tijd te doden. Ook nemen we weer een kijkje bij Dollarama, de Action van Canada. Heel erg leuk en spotgoedkoop. We moeten onze laatste losse dollars opmaken en kopen dus allerlei onzin.

Om 12.25 uur rijden we verder richting het vliegveld. En dan toch nog op de valreep komen we in een file terecht. Wegwerkzaamheden. Delay, ook in Canada dus. Van allerlei kanten moeten de auto’s op twee rijbanen worden gedirigeerd. Dat gaat dus niet zonder slag of stoot. 

Om 01.10 uur zijn we op het vliegveld en brengen we de auto terug naar het verhuurbedrijf. De kilometerstand was 10.114 km. Dat betekent dat we met deze auto 5.774 km hebben gereden. Plus de 630 kilometer met de witte Dodge betekent dat we in totaal 6.404 km hebben afgelegd.

Dan gaan we buiten in de zon zitten. We kunnen pas over drie uur inchecken. Even wachten dus. Om 15.00 uur gaan we in de rij staan om in te checken en na drie kwartier is deze klus geklaard. We gaan door de douane en eten nog wat bij een foodcourt. We nemen alle vier een Chinese maaltijd. Erg lekker.

Om 18.30 uur stappen we in bij gate 42 en precies om 18.55 uur kiezen we het luchtruim. Ik lees nog wat en dan neem ik een slaappil. Van de bijna negen uur durende vlucht heb ik zeker zeven uren geslapen. Jippie, lang leve de slaappil. Pas een half uur voor de landing word ik wakker. Het ontbijt heb ik gemist. Nou jammer dan. Gelukkig hebben we nog koekjes.

We bellen met Celeste en Leonard en als we door de douane zijn gegaan en de koffers hebben opgehaald, dat overigens een eeuwigheid duurde, lopen we naar boven waar de laatste twee al staan te wachten. Als we weer thuis zijn doen Celeste en Leonard boodschappen, pakken wij de koffers uit.

‘s-Avonds gaan we tijdens een etentje met de kids gezellig honderduit vertellen over onze belevenissen tijdens onze geweldige rondreis in twee schitterende landen. Ja we zijn weer thuis.